Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Present Perfect
1 / 29
suivant
Slide 1:
Diapositive
Engels
Middelbare school
vmbo, havo
Leerjaar 2,3
Cette leçon contient
29 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Lesson goals
You know when to use the present perfect.
You know how to form the present perfect.
Slide 2 - Diapositive
De present perfect
Gebruik je om te zeggen dat iets in het verleden is begonnen en nu nog aan de gang is.
Gebruik je om te zeggen dat iets in het verleden is gebeurd en je daar nu het resultaat van merkt.
Slide 3 - Diapositive
Present perfect
Iets wat in het verleden begonnen is en nu nog aan de gang is.
Slide 4 - Diapositive
Present perfect
Iets dat in het verleden is gebeurd en waarvan je nu het resultaat merkt.
My car has broken down.
I need to walk now.
Slide 5 - Diapositive
Wanneer gebruik je de
present perfect?
Om te praten over iets wat in het verleden is begonnen, en nu nog aan de gang is (nog niet afgelopen)
Bob has known John since they were 10.
Mary has worked at the market for 5 years now.
Bill and Kate have been friends since 2015.
Slide 6 - Diapositive
Wanneer gebruikje de
present perfect
?
Om te praten over iets wat in het verleden gebeurd en waar je nu het resultaat van merkt:
Sharon has broken her leg (now she can't walk).
Jim has lost his keys (now he can't open the door).
Gwen has eaten too much (now she feels sick).
Slide 7 - Diapositive
Present perfect
have / has + voltooid deelwoord
Slide 8 - Diapositive
Wanneer have of has?
Bij I, You, We, They:
have
Alleen bij He/She/It:
has
:
Dus ook bij My father, My sister, The dog, The building etc: alles waar je He, She of It voor in de plaats kunt zetten.
Slide 9 - Diapositive
Hoe maak je de present perfect?
Onderwerp
Have/has
Voltooid deelwoord
Rest van de zin
I
have/haven't
walked
to school.
You
have/haven't
broken
your leg.
He/She/It
has/hasn't
eaten
too much.
They
have/haven't
been
on holiday.
We
have/haven't
seen
a ghost.
Slide 10 - Diapositive
Drie stappen
Stap 1: over wie gaat de zin?
Stap 2: welke vorm van have of has hoort daarbij? Die voeg je toe in de zin.
Stap 3: voltooid deelwoord van het werkwoord in de zin zetten:
- Regelmatig werkwoord: ed er achter
- Onregelmatig werkwoord: derde uit het rijtje
Slide 11 - Diapositive
Present perfect
have / has + voltooid deelwoord
Slide 12 - Diapositive
Wat is dan het voltooid deelwoord?
er zijn 2 verschillende regelmatige werkwoorden
onregelmatige werkwoorden
1
2
Slide 13 - Diapositive
regelmatige werkwoorden
1
werkwoord + -
ed
play - played
walk - walked
work - worked
want - wanted
Slide 14 - Diapositive
onregelmatige werkwoorden
2
Het derde woord uit de rijtjes
To do - did -
done
to fly - flew -
flown
to fight - fought -
fought
Slide 15 - Diapositive
Maak nu
De opdrachten uit het werkboekje.
De uitleg van de Present \perfect staat op het eerste werkblad. Bewaar dit dus.
Werkblad 1: spreekt voor zich
Werkblad 2: vind de voltooid deelwoorden
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
I
You
He/She/It
We
You
They
have
have
have
have
have
has
Slide 18 - Question de remorquage
Slide 19 - Diapositive
He ......................... (play) for ten years now.
A
have played
B
has played
Slide 20 - Quiz
I ........................(work) very hard and therefore I am very tired now.
A
has worked
B
have worked
Slide 21 - Quiz
SIGNAALWOORDEN
FOR
YET
NEVER
EVER
JUST
ALWAYS
SINCE
So
Still
Slide 22 - Diapositive
Past simple of present perfect
Past simple:
afgeronde gebeurtenis in het verleden, heeft niets meer met het heden te maken
Present Perfect
Iets is in het verleden begonnen en loopt door in het heden.
Iet is in het verleden gebeurd en je ondervindt daar nu de gevolgen van.
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Vidéo
Alice lived in Rome two years ago.
Woont ze daar nog of woont ze nu ergens anders?
A
Ze woont daar nog
B
Ze woont nu ergens anders
Slide 25 - Quiz
Alice has lived in Rome for two years.
Woont ze daar nog of woont ze nu ergens anders?
A
Ze woont daar nog
B
Ze woont nu ergens anders
Slide 26 - Quiz
Welke zin staat in de present perfect?
A
I lived in Amsterdam.
B
I have lived in Amsterdam since I was 18.
Slide 27 - Quiz
Welke zin staat in de present perfect?
A
She had a cat.
B
She has had her cat for 9 years.
Slide 28 - Quiz
Succes!
Slide 29 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Present Perfect
Juin 2022
- Leçon avec
37 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo, havo
Leerjaar 2,3
Past Simple vs. Present Perfect
Juin 2022
- Leçon avec
38 diapositives
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Present Perfect verkort
Octobre 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo, havo
Leerjaar 2,3
Present Perfect
Juillet 2024
- Leçon avec
25 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo, havo
Leerjaar 2,3
Recap Present Perfect
Mars 2023
- Leçon avec
25 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo, havo
Leerjaar 2,3
Present Perfect
Décembre 2022
- Leçon avec
24 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo, havo
Leerjaar 2,3
7 juni
Mai 2024
- Leçon avec
38 diapositives
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Present Perfect
Janvier 2023
- Leçon avec
37 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo, havo
Leerjaar 2,3