3.6 gezond leven

Paragraaf 3.6
Gezond leven
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Paragraaf 3.6
Gezond leven

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heeft invloed op hoe
vitaal en gezond jij bent?

Slide 2 - Carte mentale

Welke onderwerpen gaan we behandelen denken jullie? Wat heeft invloed op een vitaal en gezond leven? 
Leerdoelen
1. Je kunt aangeven hoe je je hart en bloedvaten gezond kunt houden.

2.  Je kunt de gevolgen van alcohol op korte termijn en op lange termijn noemen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloeddruk
lage bloeddruk:
meestal geen probleem: soms wat duizelig of hoofdpijn

hoge bloeddruk:
vaak wel een probleem: kan wanden van slagaders beschadigen

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gevolgen bloeddruk

Hoge bloeddruk:

  • Te hoge druk op de bloedvaten, het hart klopt te krachtig
  • Vergrote kans op hart- en vaatziekten (beschadigd de wanden van de slagaders --> meer kans op slagaderverkalking)

Lage bloeddruk:

  • hoofdpijn, duizeligheid
  • delen van het lichaam krijgen te weinig bloed -> zuurstof
De bloeddruk is de druk die het bloed uitoefent op de wanden van de slagaders. 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een hoge bloeddruk kan gevaarlijk zijn, wat zou een gevolg kunnen zijn van een langdurige hoge bloeddruk?
A
Hartkloppingen
B
Kans op hart- en vaatziekten
C
Hoofdpijn
D
Hoge bloedsuiker

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoge bloeddruk
Lage bloeddruk
nauwelijks klachten
schade aan bloedvaten en organen
duizeligheid
flauwvallen
vermoeidheid

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de bloeddruk?
A
De druk die het bloed uitoefent op het hart
B
De druk die het bloed uitoefent op de bloedvaten

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een bloeddruk van 120/80 is een gezonde bloeddruk
A
onjuist
B
juist

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vergelijk de aorta met de longslagader.

De bloeddruk in de aorta is .......... de bloeddruk in de longslagader
A
gelijk aan
B
hoger dan
C
lager dan

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


De bloeddruk wordt gemeten in een
A
Armader, onderdeel van de kleine bloedsomloop.
B
Armslagader, onderdeel van de kleine bloedsomloop
C
Armader, onderdeel van de grote bloedsomloop.
D
Armslagader, onderdeel van de grote bloedsomloop

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De bloeddruk is het laagste in
A
Slagaders
B
Haarvaten
C
Aders

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

slagaderverkalking

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slagaderverkalking
Vettige stoffen plakken aan de wand --> ontstaan slagaderverkalking.

Cholesterol is de vettige stof die het meest zorgt voor slagaderverkalking.

De wanden van de slagaders worden minder elastisch.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slagaderverkalking 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slagaderverkalking

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slagaderverkalking is...
A
Een verdikking van de slagader
B
Een verkalking van de aders
C
Het openbarsten van een slagader
D
Een verkalking van een slagaders

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hartinfarct 
Hartinfarct
- Verstopping van kransslagader

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hartinfarct
  • Als er slagaderverkalking optreedt bij een bepaalde slagader (kransslagader bijv.) ontstaat er een hartinfarct
  • Deze kan worden gedotterd:

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tips voor een gezond dieet / leefstijl!

Slide 22 - Carte mentale

Tips:
1. minimaal 30 minuten beweging per dag
2. Eet voldoende voedingsvezels
3. weinig of geen toegevoegde suiker
4. geen alcohol
5. weinig verzadigde vetten - VVD