Les 7: 3.5: Nederland en de Zee

Nederland en de Zee
Aardrijkskunde 
Klas 2
Paragraaf 3.5
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Nederland en de Zee
Aardrijkskunde 
Klas 2
Paragraaf 3.5

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je weet hoe Nederland beschermd wordt tegen de zee.
  • Je begrijpt hoe polders worden aangelegd en drooggehouden.
  • Je kunt uitleggen hoe zandsuppletie en de zandmotor de kust beschermen.

Slide 2 - Diapositive

Intro
Naar zolder vluchten omdat het water meters hoog staat in huis. Kun je je dat voorstellen? Het overkwam veel Zeeuwen tijdens de watersnoodramp in 1953. Sindsdien is er in Nederland hard gewerkt aan bescherming tegen de zee. In deze paragraaf leer je hoe Nederland de voeten drooghoudt.

Slide 3 - Diapositive

Wat betekent de afkorting "NAP"?
A
Nieuw Amsterdams Polder
B
Nieuw Amsterdams Peil
C
Normaal Amsterdams Polder
D
Normaal Amsterdams Peil

Slide 4 - Quiz

Hoe laag ligt het laagste punt van Nederland?
A
2,74m onder de zeespiegel
B
4,74m onder de zeespiegel
C
6,74m onder de zeespiegel
D
8,74m onder de zeespiegel

Slide 5 - Quiz

Laagste punt van Nederland: Zuidplaspolder naast Gouda

Slide 6 - Diapositive

Rechterkant van de dijk is binnendijksgebied, linkerkant is buitendijksgebied.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Groot gedeelte 
onder NAP

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

De zeespiegel stijgt

  • Klimaatverandering
  • Inklinking

Slide 10 - Diapositive

Dijkringen 
Nederland is opgedeeld in gebieden, die noemen wij een dijkring

Wanneer een stuk land door dijken is omgeven en de waterstand kunst-matig geregeld kan worden is er sprake van een polder


Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Polder
  • Een gebied waar de mens de waterstand regelt
  • dit kan door een molen of een gemaal
  • niet pompen = vol lopen van de polder 

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

inklinken
  • bodemwater wegpompen > grond wordt stevig(er)
  • water weg = grond heeft ruimte om te zakken
  • Zie het als een spons die vol met water of leeg is
  • veenpolders klinken het snelst in omdat daar het meeste water wordt weggepompt

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Droogmakerij
  • stukken meren en/of zee die zijn leeggepompt
  • eerst dijken rond en meer en dan (jaren) leegpompen
  • wordt gebruikt voor landbouw en woningen

Slide 17 - Diapositive

Dynamisch kustbeheer
vroeger:
  • zand storten bij wegggeslagen kust
tegenwoordig:
  • zand storten op één plek en natuur gaat werk zelf doen
  • natuur herstelt de kust

Slide 18 - Diapositive

De Zandmotor of zandsuppletie werkt alleen bij een zeestroom van zuid naar noord.


Slide 19 - Diapositive

Met welk probleem hebben de duinen in Nederland te maken?
A
Zandsuppletie
B
Zeereepafslag
C
Duinvorming
D
Kustafslag

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Vidéo

Slide 22 - Vidéo

Slide 23 - Vidéo

Slide 24 - Lien

Slide 25 - Vidéo

Slide 26 - Vidéo

Maken
Paragraaf 3.5

Volgende les: Toets Hoofstuk 3

Slide 27 - Diapositive