vmbo-b 3 wi: GR12 H1 1.1 en 1.2 rekenen met geld + rekenen met tijd
Rekenen met tijd - geld
* Je kunt geld afronden bij pinnen en bij contant betalen
* Je kunt prijzen vergelijken
* Je kunt rekenen met tijd
* Je kunt vergelijken wanneer een abonnement goedkoper is
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3
Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Rekenen met tijd - geld
* Je kunt geld afronden bij pinnen en bij contant betalen
* Je kunt prijzen vergelijken
* Je kunt rekenen met tijd
* Je kunt vergelijken wanneer een abonnement goedkoper is
Slide 1 - Diapositive
9,09 is afgerond op één decimaal
A
9
B
9,0
C
9,1
D
9,10
Slide 2 - Quiz
7,86 is afgerond bij contant betalen
A
7,85
B
7,86
C
7,90
D
7,80
Slide 3 - Quiz
4,896 is afgerond bij pinnen
A
4,85
B
4,89
C
4,90
D
5,00
Slide 4 - Quiz
Een abonnement kost 15 euro per maand, of 200 euro per jaar. Laat met berekeningen zien wat goedkoper is.
Slide 5 - Question ouverte
Hoeveel kwartalen zitten er in een half jaar?
A
1
B
2
C
4
D
8
Slide 6 - Quiz
Twee tijgerbroden kosten 1,50 euro. Drie sesambroden kosten 2,40. Laat met berekeningen zien wat goedkoper is.
Slide 7 - Question ouverte
Matthew gaat naar de sportschool. Hij kan 25 euro per maand betalen, of 120 euro per half jaar. Bereken hoeveel voordeliger het is om per half jaar te betalen.
Slide 8 - Question ouverte
Esmee betaalt 50 euro per kwartaal bij sportschool Fit. Esmee kan ook 17,50 euro per maand betalen. Hoeveel is Esmee na een halfjaar duurder uit met een maandabonnement?
Slide 9 - Question ouverte
Hoeveel uur en minuten is het van 8:15 uur tot 14:05 uur?
Slide 10 - Question ouverte
Hoe laat is het 2 uur en 16 minuten na 7:55 uur?
Slide 11 - Question ouverte
Hoe laat is het 1 uur en 9 minuten voor 20:02 uur?
Slide 12 - Question ouverte
Ik snap de uitleg van vandaag
super goed
goed
een beetje
helemaal niet
Slide 13 - Sondage
We hebben vandaag met wisbordjes en met werkbladen gewerkt. Wat vind jij fijner?