Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Lesson
Grammar recap (30 minutes)
Working on presentations (50 minutes)
Slide 1 - Diapositive
Grammar Unit 4 (30 minutes)
Slide 2 - Diapositive
Vragen maken
Slide 3 - Diapositive
Wanneer moet je 'to do' gebruiken om een vraag te maken?
Slide 4 - Question ouverte
Vraag maken: Do + ww ...... they ......... (to live) in Hardenberg?
Slide 5 - Question ouverte
Vraag maken: Does + ww ...... he ......... (to like) school?
Slide 6 - Question ouverte
Maak een vraag met do/does: Daisy loves to get flowers.
Slide 7 - Question ouverte
Stel nu eens een vraag met do/ does of to be:
Slide 8 - Question ouverte
NEGATIONS
Slide 9 - Diapositive
Wat zijn 'negations' ook alweer in het Nederlands?
Slide 10 - Question ouverte
Met welk woord maken we ontkenningen(negations)?
Slide 11 - Question ouverte
Form a negation: Tommy is happy.
Slide 12 - Question ouverte
Form a negation: This is easy.
Slide 13 - Question ouverte
Form a negation: She loves English.
Slide 14 - Question ouverte
Maak nu eens een ontkenning met don't of doesn't:
Slide 15 - Question ouverte
Degrees of comparison.
Slide 16 - Diapositive
Wat weet jij nog over de degrees van comparison? (big-bigger than-the biggest) Schrijf zoveel mogelijk op.
Slide 17 - Question ouverte
Degrees of comparison
My sister is the ... (thin) girl of her class.
Slide 18 - Question ouverte
Give the degrees of comparison for : sleepy
Slide 19 - Question ouverte
Give the degrees of comparison for: good
Slide 20 - Question ouverte
Degrees of comparison
My mum is the ... (nice) woman in the world.
Slide 21 - Question ouverte
Give the degrees of comparison for : small
Slide 22 - Question ouverte
Give degrees of comparison for : serious
Slide 23 - Question ouverte
Give the degrees of comparison for :Adventurous
Slide 24 - Question ouverte
Degrees of comparison Katy is ..... (happy) her friend.
Slide 25 - Question ouverte
Presentation
Onderwerp: Kies een onderwerp, je bent vrij in je keuze.
Informatie: De spreekbeurt moet, per persoon, minimaal 2 minuten duren (maximaal 5 minuten). Je mag de presentatie met z’n tweeën houden. Deze moet natuurlijk in het Engels. Het is niet toegestaan om het verhaal voor te lezen, je mag natuurlijk wel wat steekwoorden gebruiken.
Slide 26 - Diapositive
Beoordeling
Iedereen krijgt individueel een cijfer. Je wordt beoordeeld op de volgende punten: