Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Cursus 7 P7 Verkleinwoorden (31-10)
Welkom!
Nog even dit:
Telefoon op stil en in je tas
Kauwgom in de prullenbak
iPad dicht op tafel
Zorg voor een rustige (werk)plek
Ga rustig zitten
1 / 34
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
Cette leçon contient
34 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
2 vidéos
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Welkom!
Nog even dit:
Telefoon op stil en in je tas
Kauwgom in de prullenbak
iPad dicht op tafel
Zorg voor een rustige (werk)plek
Ga rustig zitten
Slide 1 - Diapositive
Wat ga je doen vandaag?
Bespreken huiswerk/ vragen?
We nemen de
spelling
van
verkleinwoorden door!
Vervolgens ga je dit zelf oefenen via
NN online Cursus 7 spelling: Paragraaf 7 verkleinwoorden
Slide 2 - Diapositive
Terugblik
Huiswerk bespreken
Huiswerk bespreken:
Vorige week moest dit af zijn:
Cursus 7 Paragraaf 2; Hoofdletters: voorbeeld Talitha en Daniël.
Cursus 7 Paragraaf 3; Leestekens: Komma
Saluna, Esmee van der Meij, Finn, Daniël, Tess, Isabella en Zoë.
Cursus 7 Paragraaf 6; Meervouden op -s en -en: Saluna, Talitha, Lynn, Bradley, Dean, Finn, Isabella en Zoë.
Slide 3 - Diapositive
Huiswerk?
Zet je altijd in je agenda.
Niet af? Mail naar docent. Kruisje in Magister + start van de eerstvolgende les aan docent laten zien
Nog niet gelukt? Dan alsnog maken in jouw eigen tijd op school!
Bij 3x huiswerk/materiaal vergeten blijf je na.
Slide 4 - Diapositive
VERKLEINWOORDEN
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
Lesdoel:
- Aan het einde van de les weet je hoe je de meeste woorden moet verkleinen
- je kunt de regels van het verkleinen toepassen
- je hebt geoefend met de uitzonderingen
Slide 7 - Diapositive
De regels voor het verkleinen:
Eindigt een woord op d of t,
dan komt er 'je' achter
paardje
kastje
Slide 8 - Diapositive
daarnaast:
eindigt een woord op
a, o of u
dan verdubbelt de laatste klinker
en komt er -tje achter
pizzaatje
autootje
Slide 9 - Diapositive
en er is meer!
bij een woord met 'ing' een het einde
wordt het -kje
LET OP: de 'g' valt dan weg!
ketting --> kettinkje
Slide 10 - Diapositive
En dan zijn er natuurlijk uitzonderingen
die zijn er altijd...
baby'tje
raampje
kammetje
gaatje
Slide 11 - Diapositive
Aan de slag!
Wat?
NN taalverzorging cursus 7, paragraaf 7 verkleinwoorden
Hoe?
Online via Nieuw Nederlands
Tijd?
30 minuten
Hulp?
Je gaat zelfstandig aan de slag. Bij vragen kom ik langs.
Klaar?
Maak dan de extra opdrachten via je iPad.
Slide 12 - Diapositive
Wat vind je een lastig woord om te verkleinen?
Slide 13 - Question ouverte
Hoe heb je deze les gewerkt?
0
100
Slide 14 - Sondage
Vragen?
Alles is duidelijk, ik weet wat ik moet doen
Ik heb nog een vraag, namelijk ...
Slide 15 - Sondage
Huiswerk/ volgende les
NN Taalverzorging Cursus 7, paragraaf 7
verkleinwoorden:
ONLINE maken alle opdrachten
die voor jou openstaan.
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Vidéo
Verkleinwoord van bureau is..
A
het bureautje
B
het bureau'tje
C
het burootje
D
het broodje
Slide 18 - Quiz
Een verkleinwoord is altijd een
A
bijvoeglijk naamwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
lidwoord
Slide 19 - Quiz
Verkleinwoorden
A
skietje
B
ski'tje
Slide 20 - Quiz
Wat is het verkleinwoord van
beweging?
A
bewegingkje
B
bewegingje
C
bewegingetje
D
beweginkje
Slide 21 - Quiz
Wat is het juiste verkleinwoord?
A
display'tje
B
displaytje
C
displaatje
Slide 22 - Quiz
Wat is het verkleinwoord van oma?
A
oma'tje
B
omaatje
Slide 23 - Quiz
Verkleinwoorden
A
laatje
B
ladetje
Slide 24 - Quiz
Wat is het verkleinwoord van tiramisu?
A
tiramisuutje
B
tiramisu'tje
Slide 25 - Quiz
Wat is het verkleinwoord van museum?
A
musea
B
museumpje
C
museumtje
D
museum'pje
Slide 26 - Quiz
Wat is het verkleinwoord van
ring
A
ringtje
B
ringetje
C
rinnetje
Slide 27 - Quiz
Wat is het verkleinwoord van
de nicht
A
het nichttje
B
het nichje
C
de nichtje
D
het nichtje
Slide 28 - Quiz
Verkleinwoord.
Wat is het verkleinwoord van de kano?
A
kano'tje
B
kanotje
C
kanoo'tje
D
kanootje
Slide 29 - Quiz
het verkleinwoord van bel is
A
bellen
B
belde
C
belletje
D
bellentje
Slide 30 - Quiz
het verkleinwoord van
tosti
A
tostietje
B
tosti'tje
C
tostie'tje
D
tostitje
Slide 31 - Quiz
Wat is het verkleinwoord van:
cola?
A
colaatje
B
cola'tje
C
cola-tje
Slide 32 - Quiz
Wat is het verkleinwoord van:
koning?
A
koningkje
B
koninkje
C
koningetje
Slide 33 - Quiz
Verkleinwoorden
A
woningkje
B
woninkje
Slide 34 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
EVE Klas 2 Spelling: Verkleinwoorden
il y a 6 jours
- Leçon avec
35 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
Verkleinwoord
Janvier 2023
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, g
Leerjaar 1,2
Verkleinwoord
Février 2024
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, g
Leerjaar 1,2
4.8 Verkleinwoord
Mars 2021
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
cursus 7 paragraaf verkleinwoorden
Mars 2023
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
cursus 7 paragraaf verkleinwoorden
Janvier 2024
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Cursus 7 Speliing § 5 Verkleinwoorden
Mai 2023
- Leçon avec
30 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Verkleinwoorden
Février 2023
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1