MZ: Landbouw en bodemdegradatie

Middellandse zee
Landbouw 
&
bodemdegradatie
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Middellandse zee
Landbouw 
&
bodemdegradatie

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mediterrane akkerbouw
Belangrijkste gewassen: graan, olijfbomen, wijngaarden

Akkerbouw in 3 vormen in te delen:
1) Droge akkerbouw -> dry farming
2) Boom- en struikencultuur
3) Geïrrigeerde akkerbouw 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Veeteelt
- Extensieve veeteelt
- Transhumance
- Nomadisme
- Bijna geen moderne veeteelt (beetje in Spanje en Israel)

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Landdegradatie

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Landdegradatie
Afname kwaliteit van de bodem
door:
  • natuurlijke processen als verdroging en verzilting
  • ingrepen van de mens voor verbetering van de kwaliteit van de bodem

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Landdegradatie
De processen aan het aardoppervlak waardoor grond minder goed bruikbaar is voor landbouw.

Natuurlijke omstandigheden Middellandse Zeegebied:
  • veel reliëf
  • grote neerslagvariabiliteit: droogte en plensbuien
  • grote neerslagintensiteit
  • bosbranden (natuurlijke oorzaken maar ook veroorzaakt door mensen)
  • dunne bodem -> instabiele ondergrond (op rotsen bv.)


Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stripcropping: stroken gewassen die op verschillende tijdstippen moeten geoogst worden, minder hinder van erosie

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de voornaamste reden dat er veel bodemerosie plaatsvindt
A
Verzilting
B
Teveel voedselverspilling
C
Landdegradatie
D
Ontbossing

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke landschapszones zijn vooral kwetsbaar voor landdegradatie (meerdere antwoorden mogelijk)?
A
subtropische zone
B
tropische zone
C
aride zone
D
gematigde zone

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke omschrijving hoort bij dit begrip: Landdegradatie
A
wegspoelen of wegwaaien van bodemdeeltjes doordat de mens de vegetatie verstoord heeft.
B
door de mens veroorzaakte schade aan een natuurlijk systeem.
C
Kwaliteitsvermindering van de grond
D
proces van afname van de kwaliteit van de bodem in relatief droge gebieden

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg uit (2 redenen) waarom bomen een betere bescherming tegen bodemerosie zijn dan gras of woestijnstruiken.

Slide 13 - Question ouverte

  • Langere, diepere wortels houden meer bodem vast.
  • Bomen houden zonnestralen tegen waardoor de bodem minder uitdroogt en dus ook minder snel kan eroderen.
  • Bomen verminderen de kracht van wind waardoor minder winderosie kan plaatsvinden.

Slide 14 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een voordeel en een nadeel van het hoeden van schapen maar vooral geiten op heuvels in het Middellandse Zeegebied.

Slide 16 - Question ouverte

Voordelen:
  • Opeten lang droog gras vermindert brandgevaar
  • Bemesting bodem
  • Loswoelen bodem maakt groei vegetatie mogelijk
Nadelen
  • Kaal eten (incl. wortels) betekent dat bodem braak komt te liggen en gevoelig is voor bodemerosie
  • Jonge struiken krijgen geen kans om te groeien en langere wortels te krijgen, die de bodem beter vasthouden.
  • Plat trappen van bodem kan leiden tot het 'dicht slaan' van die bdem waardoor transport van water en zuurstof in die bodem wordt verhinderd.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

GB89
A. Groei van de Europese Unie
B. De euro
C. Schengen
D. Buitenlandse investeringen
E. Groei van de handel
F. Groei van de welvaart

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions