Op Niveau VWO1 2.4 Taalbewustzijn

                  Trappen

               van

           vergelijking

De drie trappen

stellende trap: de grondvorm, bijvoorbeeld   klein

vergrotende trap: één trede verder, bijvoorbeeld   kleiner

overtreffende trap: de hoogste trede, bijvoorbeeld   kleinst

De drie trappen

De overtreffende trap van kort is:

1. Kort
2. Korter
3. Kortst
4. Superkort

De stellende trap van geel is:

1. Geel
2. Geler
3. Geelst
4. Knalgeel

De vergrotende trap van lang is:

1. Lang
2. Langer
3. Langst
4. Ellenlang

De vergrotende trap van goed is:

1. Goed
2. Beter
3. Best
4. Allerbest

De overtreffende trap van weinig is:

1. Weinig
2. Minst
3. Weinigst
4. Weiniger

De stellende trap van veel is:

1. Veel
2. Meer
3. Meest
4. Veler

De overtreffende trap van stupide is:

1. Stupide
2. Meest stupide
3. Stupider
4. Superstupide

Schrijf de trappen van vergelijking die horen bij het woord 'boos'.
(bijvoorbeeld: hoog, hoger, hoogst)

Stellende trap

Vergrotende trap

Overtreffende trap

Minder

Weinig

Minst

Goed

Best

Beter

Lang

Langer

Langst

Verder werken

Opdracht 20, 21 & 22

2.4 Taalbewustzijn, bladzijde 51