Grammar Unit 4 (All Right)

GRAMMAR UNIT 4
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

GRAMMAR UNIT 4

Slide 1 - Diapositive

Belangrijk:
I                                             am
You                                      are
He/she/it                          is
We/they/you                   are
+ to be going to + werkwoord
''I am going to cycle today''

Slide 2 - Diapositive

Vraagzinnen:
Zet 'am/is/are' vooraan de zin
''Is it going to rain today?''

Slide 3 - Diapositive

Negatieve zinnen:
'Not' komt achter de vorm van 'to be' (am/is/are)

''Sally is not going to run tomorrow''

Slide 4 - Diapositive

Maak een juiste zin, gebruik:
''You + going to + repair''

Slide 5 - Question ouverte

Maak van je vorige zin een vraag zin!
''to be + persoon'' als eerst

Slide 6 - Question ouverte

Present Continuous

Slide 7 - Diapositive

Belangrijk:
Nu bezig? Dan het volgende gebruiken:
Am/is/are + werkwoord + -ing

''Hanah and Susan are visiting grandma this weekend''



Slide 8 - Diapositive

Maak een juiste zin, gebruik:
''They + werkwoord-ing''

Slide 9 - Question ouverte

Maak van je vorige zin een negatieve zin!
''not'' op de juiste plek

Slide 10 - Question ouverte

2B/2KGT: 
Can and could

Slide 11 - Diapositive

Belangrijk:
'Can' en 'could' kunnen op dezelfde manieren gebruikt worden:
'I can play tennis' - 'I could play tennis'
Bij verleden tijd wordt altijd 'could gebruikt
'I could eat whatever I wanted'

Slide 12 - Diapositive

Maak een zin met 'can' over iets wat jij kan:

Slide 13 - Question ouverte

Maak een zin met 'could' over iets wat jij vroeger kon maar nu niet meer:

Slide 14 - Question ouverte