MA3 4.4 Migratie & 4.5 Integratie

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo, mavo, havo
• Leerjaar 1,2

MA H.4 Nederland en de wereld

4.4 Migratie naar Nederland

4.5 Integratie gaat niet vanzelf

Wat weet je na deze les?

Uitleg 4.4:

Wat is migratie?

Wat zijn de belangrijkste motieven voor migratie?

Wat zijn de regels?

Uitleg 4.5:
Wat is integratie?

Wat is een open samenleving?
Hoe verandert de samenleving?

Wat is socialisatie?

Michael Phelps is een de beste zwemmers ter wereld. Zijn extra lange armen zijn heel handig.

1. Socialisatie
2. Nature
3. Nurture
4. Internalisatie

Wat is het verschil tussen een stereotype en een vooroordeel?

Migratie

= Verhuizen naar een ander land.

De 3 belangrijkste motieven:

- Economische motieven

- Politieke motieven

- Sociale motieven

Wat is de grootste groep migranten naar Nederland?

1. Asielzoekers
2. Studenten
3. Gezinshereniging
4. Arbeidsmigranten

Uit de koloniën

Gebieden waar NL vroeger met geweld de baas was.

Toen die gebieden onafhankelijk werden verhuisden veel mensen naar NL.

Voorbeelden:
- Surinamers

- Indonesiërs

- Antillianen (Aruba, Bonaire, Curaçao)

Waarom zouden mensen uit de kolonies naar NL verhuizen?

Economische migranten

Vanaf 1960 groeide NLse economie zo hard dat er meer banen dan werknemers waren.

Daarom nodig Nederland gastarbeiders uit:
- Eerst Spanje en Italië
- Later Marokko en Turkije

Nu: banen die zwaar zijn en weinig betalen
- NLers willen dat werk niet doen.

- Dus worden Oost-Europeanen naar hier
  gehaald

Waarom willen Oost-Europeanen dat zware werk wel doen?

Vluchtelingen

Mensen die niet kunnen blijven leven in hun thuisland:
- Geweld
- Hongersnood

- Onderdrukking

Ze moeten hier asiel aanvragen.

Sommigen komen zonder gezin.
Vragen dus gezinshereniging aan.

Wat maakt het gevaarlijk om te vluchten?

Wat zijn de regels?

NL is restrictief: er zijn strenge voorwaarden.

Vluchtelingen --> bewijzen dat je niet veilig
                                      bent.

Kennismigranten --> juiste diploma's hebben

Arbeidsmigranten --> Uit EU = geen eisen

                   Buiten EU = alleen waar vraag naar is.

Verdragen

- VN vluchtelingenverdrag = echte vluchtelingen recht op tijdelijke

                                                            verblijfsvergunning.

- Europees verdrag rechten van de mens = recht op gezinsvorming en
                                                                                gezinshereniging.
- Schengen/leden van Europese unie = EU burgers mogen overal in de EU
                                                                                       werken.

Let op! Van buiten de EU hier vestigen ---> verplicht inburgeringsexamen.

Wat betekend integreren?

Wat is integratie?

Wat te doen in een nieuwe samenleving?

- Assimileren = de dominante cultuur compleet overnemen

- Segregeren = Helemaal afscheiden van de dominante cultuur

- Integreren = Je aanpassen aan de dominante cultuur én zoveel mogelijk
                               van je eigen cultuur behouden.

Bij integratie kunnen jij en de dominante cultuur van elkaar leren en groeien.

Open samenleving

Integratie kan alleen in een open samenleving =

een samenleving waarbij iedereen zoveel mogelijk zijn eigen normen en waarden mag hebben en andere culturen getolereerd worden.

Belangrijke rechten:
- Vrijheid van godsdienst/levensovertuiging

- Vrijheid van meningsuiting
- Vrijheid van onderwijs
- Verbod op discriminatie

Hoe veranderd de samenleving?

Verschillende groepen:

- Nieuwkomers = niet in NL geboren, later gekomen.

- Mensen met een migratieachtergrond = Mensen waarvan
   één van de ouders niet uit NL komen.

Deze mensen zijn vaak bicultureel opgevoed: met onderdelen van hun eigen cultuur en de cultuur van Nederland.

Verarming, verrijking, radicalisering

Sommige mensen vinden nieuwkomers een bedreiging omdat de NLse cultuur en samenleving erdoor veranderen.

Anderen vinden mensen nieuwkomers een verrijking omdat we van elkaar kunnen leren.

Zowel nieuwkomers als Nederlanders kunnen radicaliseren.

Aan de slag!

Wat? 4.4 maken, opdrachten 2, 4, 6 t/m 9, 11 en 12 (blz. 126 t/m 129)
            4.5 maken, opdrachten 1 t/m 2, 5 t/m 7, 9, 12 t/m 13 (blz. 130 t/m 133)

Met wie? Zachtjes overleggen met buurman of -vrouw.

Vragen? Hand opsteken, docent komt helpen.

Klaar? Laat nakijken door docent.