Grammatica zinsontleden 3.7

De Beknopte Bijzin
Grammatica blok 3.7
Samengestelde zinnen -onderschikking
beknopte bijzin
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

De Beknopte Bijzin
Grammatica blok 3.7
Samengestelde zinnen -onderschikking
beknopte bijzin

Slide 1 - Diapositive

De Beknopte Bijzin
Doel van de les:

Wat is een beknopte bijzin?
Hoe herken je een beknopte bijzin?
Hoe gebruik je een beknopte bijzin in een zin?

Slide 2 - Diapositive

Korte uitleg:
  • Een beknopte bijzin is een verkorte vorm van een bijzin, waarin het onderwerp en de persoonsvorm ontbreken.
  • Het wordt vaak gebruikt om zinnen krachtiger en beknopter te maken.

Slide 3 - Diapositive

Korte uitleg:
Er zijn verschillende manieren om een beknopte bijzin te maken:
met (om) te + infinitief
  • Om op tijd thuis te zijn, ging ik eerder weg van school

Met een tegenwoordig deelwoord
  • Rennend voor haar leven, nam ze de verkeerde afslag

Met een voltooid deelwoord

  • Goed ingepakt tegen de kou, konden de kinderen haast niet meer lopen.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Wat is het verschil tussen een gewone bijzin en een beknopte bijzin?

Slide 6 - Question ouverte

Welke vorm heeft deze beknopte bijzin?
Uitgerust vertrokken ze naar het feest.
A
bijzin met (om) te +infinitief
B
Bijzin met tegenwoordig deelwoord
C
Bijzin met voltooid deelwoord

Slide 7 - Quiz

Welke vorm heeft deze beknopte bijzin?
We maken wat extra's om niet te weinig te eten te hebben.
A
bijzin met (om) te +infinitief
B
Bijzin met tegenwoordig deelwoord
C
Bijzin met voltooid deelwoord

Slide 8 - Quiz

Welke vorm heeft deze beknopte bijzin?
Wandelend had hij de afstand van Vlissingen naar Den Helder afgelegd.
A
bijzin met (om) te +infinitief
B
Bijzin met tegenwoordig deelwoord
C
Bijzin met voltooid deelwoord

Slide 9 - Quiz

Welke vorm heeft deze beknopte bijzin?
Ik ga vaak joggen, om mijn hoofd leeg te maken.
A
bijzin met (om) te +infinitief
B
Bijzin met tegenwoordig deelwoord
C
Bijzin met voltooid deelwoord

Slide 10 - Quiz

Persoonsvorm
Onderwerp
Gezegde
Lijdend
voorwerp
Meewerkend
voorwerp
De scheidsrechter
heeft
een rode kaart
aan onze trainer
gegeven.

Slide 11 - Question de remorquage

Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
Zin:
onderwerp
werkwoordelijk gezegde
lijdend
voorwerp
meewerkend
voorwerp
bijwoordelijke
bepaling
Ze
heeft
 dit jaar
een mooi cadeau 
voor haar vader
gemaakt.

Slide 12 - Question de remorquage

wg
ow
LV
MV
BWB
De keeper
heeft
de bal
tijdens de vorige wedstrijd
heel hard
tegen mijn hoofd
geschoten.

Slide 13 - Question de remorquage

Aan het werk
Maak opdracht 1 van blok 3.7 op blz 219
timer
10:00

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Verder met opdrachten blok 3.7
Grammatica 3.7 opdracht 3, 4, 5, 6, 7 
Klaar?

Ga naar fictie blok 1.1
Lees tekst 1 en maak opdracht 5

Slide 16 - Diapositive

Bijzin <--> beknopte bijzin (2)
Van een bijzin kun je een beknopte bijzin maken en van een beknopte bijzin kun je een bijzin maken:

Nadat hij de fraude had geconstateerd, werd de boekhouder direct ontslagen.
Bijzin: Nadat hij de fraude had geconstateerd, ...
Beknopte bijzin: Na de fraude geconstateerd te hebben, ...




Slide 17 - Diapositive

Bijzin <--> beknopte bijzin (1)
Van een bijzin kun je een beknopte bijzin maken en van een beknopte bijzin kun je een bijzin maken: 

Na kampioen te zijn geworden, werden de spelers door het bestuur gefeliciteerd. 
Beknopte bijzin: Na kampioen te zijn geworden, ...
Bijzin: Nadat ze (de spelers) kampioen waren geworden, ...

Slide 18 - Diapositive