les 5

Les 5 
Je leert wanneer je een i of ie moet schrijven 
je leert woorden met meervoud 's. 
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Les 5 
Je leert wanneer je een i of ie moet schrijven 
je leert woorden met meervoud 's. 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ie of i?
Meestal geldt de volgende regel:
hoor je aan het einde van een lettergreep een ie, dan schrijf je i. Kijk maar naar de volgende woorden:
  
Eskimo               bizar           irritant         minimaal            titel
compliment             activiteit               kiwi                      piste


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

i of ie
A
artiest
B
artist

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

i of ie
A
februari
B
februarie

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

i of ie
A
giechelen
B
gichelen

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

i of ie
A
kielo
B
kilo

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Verkleinwoorden op eindigend op i krijgen ie 
dus 
 taxi - taxietje
kiwi - kiwietje
ski - skietje

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Meervoud 's
Na: 
a, i, o, u, y
dan krijgt het meervoud -'s.
Dat is nodig om de klank gelijk te houden. 

oma - oma's (niet: *omas)
baby - baby's (niet: *babys)

Slide 8 - Diapositive

Benadruk dat de enkele 'e' hier niet tussen staat. Deze wordt aan het einde van een woord uitgesproken als stomme e en daar mag de -s direct achter. 
Meervoud 's 

Afkortingen van zelfstandige naamwoorden, schrijf je ook met 's.

Voorbeeld:

tv's

dj's

wc's

pdf's 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer schrijf je in het meervoud -'s?
A
Als het woord op een -e eindigt
B
Als het woord op een medeklinker eindigt
C
Als het woord op een klinker eindigt

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Meervoud -s of -'s
A
babys
B
baby's

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Meervoud -s of -'s
A
garage's
B
garages

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Meervoud -s of -'s
A
ballerina's
B
ballerinaas

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Meervoud -s of -'s
A
pasfoto's
B
pasfotoos

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

meervoud met 's
meervoud door s 
tante
dictee
risico
diploma
bureau
agenda
baby
kolibrie
programma

Slide 16 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Einde 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions