Brugklas week 10 les bijvoegl. nmw les 1

• fr
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Le programme d'aujourd'hui

- Source H - het bijvoeglijk naamwoord

- Les mots A+B (quizlet)

- Kijk in de magister agenda wanneer je het SO hebt!

Welke bijvoeglijknaamwoorden ken je al in het Nederlands?

Au travail!

Prenez votre livre

Faire exercice 30 a + b

-> à la page 36

Een bijvoeglijknaamwoord zegt iets over?

Wat valt je op?

Aantekening!

- Het bijvoeglijknaamwoord past zich aan, aan het zelfstandig naamwoord: 

La fille est petite 

 Le garçon est petit

Au travail!

Faire exercices

 30 d + 30 e 

31 b + 31 c + 31 d

32 b 

Je mag in 2 tallen werken!

Exercice 34 a

- Gebruik het werkwoord avoir!

J'ai, Tu as, Il a, Elle a

1. Je schrijft vijf zinnen over je zelfverzonnen personage

2. Je vertelt deze zinnen aan je buurman in het Frans!!

3. Je buurman tekent wat jij schrijft (je buurman mag niet meelezen)

4. Klaar? Wissel om, je hebt uiteindelijk 2 tekeningen

Na 10 minuten gaan we het bespreken!

Quizlet!

We gaan oefenen met de woordjes A en B

Dit doen we weer live

Je loopt naar je team en verplaatst niet meer!