Intervisie introductie Bijeenkomst 1

Intervisie introductie; Bijeenkomst 1
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 180 min

Éléments de cette leçon

Intervisie introductie; Bijeenkomst 1

Slide 1 - Diapositive

Hoe zit je erbij?

Slide 2 - Diapositive

Programma
3x4 uur 
  • 1ste bijeenkomst: Stukje theorie, samen verdiepen in verschillende methodes
  • 2de bijeenkomst: verschillende methodes aan elkaar presenteren
  • 3de bijeenkomst: intervisiespel en oefenen met intervisie

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je weet wat intervisie is en je kunt het toepassen 
  • Je herkent verschillende intervisie methoden en kunt de intervisie methode die het best bij jou of de situatie past inzetten
  • Je herkent issues die je kunt bespreken in de intervisie

Slide 4 - Diapositive

Als je intervisie hoort waar denk je dan aan?

Slide 5 - Carte mentale

Slide 6 - Vidéo

Intervisie

Intervisie is een manier om van én met elkaar te leren door, op methodische wijze, een praktijkvraag vanuit verschillende invalshoeken te bekijken. 


Slide 7 - Diapositive

Het doel van intervisie

  • Het verhelderen van een knelpunt of situatie;
  • Het ontdekken van handelingsalternatieven;
  • Het op peil houden of verbeteren van het professionele     functioneren.

Slide 8 - Diapositive

Welke eigenschap heb je nodig bij intervisie?

Slide 9 - Carte mentale

Hoe is je luisterhouding?


Test je luisterhouding
Instructie
Denk aan een bepaalde situatie waar je je vaak bevindt in de rol van luisteraar. Je kunt bijvoorbeeld denken aan luisteren op je werk of binnen intervisie. Houdt de gekozen situatie in gedachten bij het lezen van de stellingen hieronder. Geef vervolgens een cijfer volgens de aanwijzingen hieronder:
Altijd 5
Vaak 4
Soms 3
Zelden 2
Nooit 1


Slide 10 - Diapositive

1. Ik richt al mijn aandacht op de gevoelens van de ander wanneer ik luister. 
2. Wanneer ik naar anderen luister, merk ik snel of zij tevreden of 
     teleurgesteld zijn.
3. Ik raak betrokken bij problemen van anderen wanneer ik naar ze luister. 
4. Ik probeer gemeenschappelijke interesses te vinden wanneer ik luister
     naar nieuwe mensen.
5. Ik knik of schud mijn hoofd en/of maak oogcontact om mijn belangstelling 
     voor anderen te tonen.


Slide 11 - Diapositive

Luisterhouding
6. Ik raak gefrustreerd wanneer anderen hun ideeën niet op een ordentelijke 
     en efficiënte manier presenteren.
7. Wanneer ik naar anderen luister, let ik op inconsistenties en/of fouten in     wat er gezegd wordt.
8. Ik loop vooruit op wat er gezegd wordt, of maak zinnen van sprekers af.
9. Ik heb geen geduld met mensen die afdwalen in gesprekken.
10. Ik stel vragen om sprekers sneller ter zake te laten komen 

Slide 12 - Diapositive

Luisterhouding
11. Ik wacht tot ik alle feiten heb gehoord voor ik tot een oordeel of een
      mening kom.
12. Ik luister liever naar technische informatie.
13. Ik hoor liever feiten en bewijzen, zodat ik zelf tot een conclusie kan
       komen.
14. Ik vind het een uitdaging om naar complexe informatie te luisteren. 
15. Ik stel vragen om meer informatie te krijgen. 

Slide 13 - Diapositive

Luisterhouding
16. Als ik haast heb, laat ik anderen weten dat ik weinig tijd heb om naar
     ze te luisteren.
17. Ik begin een discussie met te vertellen hoeveel tijd ik heb.
18. Ik val anderen in de rede als mijn tijd dringt.
19. Ik kijk op mijn horloge of op klokken in de kamer wanneer ik slechts 
      beperkte hoeveelheid tijd heb.
20. Als ik weinig tijd heb, lijdt mijn concentratie op wat anderen zeggen 
     daaronder.

Slide 14 - Diapositive

Luisterhouding score
• Tel het aantal keren dat je 4 of 5 hebt omcirkelt voor de stellingen 1-5:
Mensgerichte luistervoorkeur
• Tel het aantal keren dat je 4 of 5 hebt omcirkelt voor de stellingen 6-10:
Handelingsgerichte luistervoorkeur
• Tel het aantal keren dat je 4 of 5 hebt om cirkelt voor de stellingen 11-15:
Inhoudsgerichte luistervoorkeur
• Tel het aantal keren dat je 4 of 5 hebt om cirkelt voor de stellingen 16-20:
Tijdgerichte luistervoorkeur


Slide 15 - Diapositive

Luisterhouding interpretatie
Kijk nu welke soort luistervoorkeur de hoogste score hebt behaald. Deze score zegt veel over de manier van luisteren waaraan jij de voorkeur geeft. Gebruik de richtlijnen hieronder om je score te interpreteren:
4 en 5: Sterke voorkeur
3: Lichte voorkeur
2 en 1: Zwakke voorkeur
0: Geen voorkeur
Hoge scores (4 of 5) in een of meer soorten wijzen op meerdere voorkeuren
(Bron: http://www.leren.nl/cursus/sociale-vaardigheden/luisteren/luistertype.html)


Slide 16 - Diapositive

Voorkeuren/ herkenning??

Slide 17 - Diapositive

Vragen stellen
conceptuele vragen (betrekking op begrippen)
meerkeuze vragen
Open/ gesloten vragen
suggestieve vragen
Informatieve vragen

Slide 18 - Diapositive

Opdracht vragen stellen
Je doet een intake gesprek met een zorgvrager welke vragen zou je hem/ haar stellen?
3 gesloten vragen
3 open vragen
3 meerkeuze vragen
3 suggestieve vragen 
3 informatieve vragen
timer
10:00

Slide 19 - Diapositive

Bespreken vragen

Slide 20 - Diapositive

Vragen stellen bij intervisie

Inbreng probleem               luister naar de inbrenger            uitpraten                 geen suggesties of oplossingen geven               denk na over de vragen die je wilt stellen                dan rondje vragen stellen

Slide 21 - Diapositive

Welke vragen kun je het beste gebruiken bij intervisie?
A
Suggestieve vragen en gesloten vragen
B
Open vragen en informatieve vragen
C
Gesloten vragen en hypothetische vragen
D
Informatieve vragen en suggestieve vragen

Slide 22 - Quiz

Incidentmethode
  • introductie: de inbrenger beschrijft kort en feitelijk de situatie en de vraag
  • probleemverkenning:de groepsleden nemen -even in stilte- tijd om hun vragen te noteren. Feiten verzamelen door open vragen te stellen.
  • Analyse: Wat is de kern van het probleem.
  • Adviesronde: Ieder groepslid formuleert een advies voor de inbrenger.
  • Afronding:  De inbrenger geeft aan welke adviezen hem aanspreken en waarom

Slide 23 - Diapositive

Oefenen met de incidentmethode

Stap voor stap

Slide 24 - Diapositive

Spelregels intervisie
  1. Zorg voor veiligheid en vertrouwelijkheid;
  2. Ga respectvol met elkaar om;
  3. Er is geen hiërarchie, iedereen is gelijk;
  4. Iedereen volgt de gekozen methodiek;
  5. Ondersteunen, niet overtuigen;
  6. De begeleider doet niet inhoudelijk mee.

Slide 25 - Diapositive

Voorzitter

Rol:
  •  stappen bewaken van de intervisie
  • samenvatten van wat er gezegd is

Slide 26 - Diapositive

Introductie

  • De inbrenger heeft de vraag, probleem zelf meegemaakt.
  • Het probleem is actueel. De vraag is dus in het hier- en nu
Heeft iemand iets om in te brengen??

Slide 27 - Diapositive

Introductie
Inbrenger vertelt het incident precies, kort en zakelijk, zonder de afloop te vertellen, dus tot het moment dat je ging handelen. 

Slide 28 - Diapositive

Welke vragen roept dit bij je op?
Schrijf voor jezelf (muv de inbrenger) 3 vragen op, om meer inzicht te krijgen in het probleem
(Formuleer open vragen, wie, wat, waar, waarom, waardoor, waartoe, hoe, hoeveel etc)

Slide 29 - Diapositive

Probleemverkenning

  • Open vragen stellen (Wie, wat waar, waarom, waardoor, waartoe, hoe, hoeveel), doorvragen mag
  • interpreteren, oordelen of suggereren niet!
  • de inbrenger moet zijn eigen kijk op de werkvraag zoveel mogelijk achterwege laten
  • Het gaat om feiten.
  • De inbrenger mag zijn eigen gekozen oplossing/aanpak nog niet vertellen

Slide 30 - Diapositive

Rondje vragen stellen: open informatieve vragen.

Slide 31 - Diapositive

Bespreking/analyse van de situatie door de groepsleden.
De inbrenger luistert.
timer
10:00

Slide 32 - Diapositive

Advies 
  • Ieder groepslid schrijft voor zichzelf op: 'Wat zou ik doen en WAAROM?'

Slide 33 - Diapositive

Iedereen leest de eigen oplossing voor, geen commentaar, de inbrenger luistert. 

Slide 34 - Diapositive

Afronding 
  • Vergelijken van de oplossingen. Alleen positieve feedback! niet oordelen, interpreteren of suggereren.
  • Heeft de inbrenger behoefte aan een reactie op hoe de intervisie is verlopen?
  • Is het probleem te verbreden naar andere problemen uit de werksituatie van de deelnemers? 
  • De inbrenger geeft aan hoe hij na alle oplossingen nu zou handelen rondom de werkvraag
  • Andere vragen/opmerkingen?

Slide 35 - Diapositive

Wat heb je van deze intervisie geleerd?

Slide 36 - Question ouverte

Omschrijf in 1 woord wat je van deze intervisie meeneemt.

Slide 37 - Carte mentale

Uitwerken methodes
Groepjes van 2/ 3


  • Vijf stappen methode
  • Roddelmethode
  • Brainstorm methode
  • Quick scan
  • Methode Raguse
  • Onderzoek de methode
  • maak een presentatie 
  • Zorg voor een actief element

Slide 38 - Diapositive

Wat neem je mee en wat laat je achter?

Slide 39 - Carte mentale