Vormgevingsaspect Kleur

Aspecten van de vormgeving
Compositie/ordening
Licht
Kleur
Ruimte
Lijn
textuur en structuur
vorm

VORMGEVINGS-ASPECTEN
Compositie
Licht
Kleur
Ruimte
Lijn
Textuur
Structuur
Vorm
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Aspecten van de vormgeving
Compositie/ordening
Licht
Kleur
Ruimte
Lijn
textuur en structuur
vorm

VORMGEVINGS-ASPECTEN
Compositie
Licht
Kleur
Ruimte
Lijn
Textuur
Structuur
Vorm

Slide 1 - Diapositive

Vormgevingsaspect Kleur
KLEUR
Hoe zie je kleur?
Alle vormen hebben een kleur. Pas als het licht erop valt zie je de kleuren. De lichtgolven die ergens opvallen, worden weerkaatst. Die lichtgolven hebben een kleur; namelijk de kleuren van de regenboog. Door middel van een prisma kun je een lichtbundel splitsen: je ziet dan 7 gekleurde bundeltjes van één kleur: rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo, violet; dit noemen we het kleurenspectrum. Wanneer je al deze kleuren mengt krijg je wit. Bij rode voorwerpen worden allen de rode lichtgolven weerkaatst en zo gaat dat ook bij blauw, geel en alle andere kleuren. Wanneer er geen lichtgolf wordt weerkaatst, zie je zwart. Wanneer alle lichtgolven worden weerkaatst, zie je wit.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

De kleurencirkel 










Een kleurencirkel is een manier om zichtbaar te maken hoe de primaire kleuren en secundaire kleuren 

in elkaar overlopen.



  • Johannes Itten ontwikkelde deze kleurencirkel in 1930. 

Slide 4 - Diapositive

Primaire kleuren:
 Rood, geel en blauw zijn de primaire kleuren. Het zijn de zuivere kleuren en kan je niet krijgen door te mengen.
Met  de primaire kleuren en zwart en wit kun je alle kleuren maken.

Slide 5 - Diapositive

Secundaire kleuren

Zijn de kleuren groen, oranje en paars. 
Ze zijn gemengd vanuit twee primaire kleuren.

Slide 6 - Diapositive

Tertiaire kleuren: 

Dat zijn de onzuiverste kleuren, want ze bestaan uit een menging  primaire kleuren+secundaire kleuren+eventueel zwart en wit.
Vaak zijn ze bruinachtig.

Slide 7 - Diapositive

Kleurfamilie
Een kleurfamilie dit zijn alle kleuren die uit dezelfde kleur zijn gemengd. Ze verschillen heel weinig van elkaar. Bijvoorbeeld alle kleuren rood. Maar ook roden en paarsen behoren tot dezelfde kleurenfamilie. 

Slide 8 - Diapositive

Kleurcontrasten

• Een ander woord voor contrast is
tegenstelling.
• Bij kleurcontrast worden er twee
kleuren naast elkaar gebruikt die
tegen elkaar afsteken, bijvoorbeeld
blauw en oranje.
• Een kleurcontrast kan heel klein,
maar ook heel erg groot zijn. Je
moet de volgende kleurcontrasten
kennen:
o Warm-/ koudcontrast
o Complementair kleurcontrast
o Licht-/ donkercontrast
o Kleur-tegen-kleurcontrast
o Kwaliteitscontrast

Slide 9 - Diapositive

Warm-koud contrast
warme kleuren: 
  • zijn warm en gezellig 
  • lijken dichterbij
  • vormen een contrast met koude kleuren 

koude kleuren:
  • zijn koel en rustig 
  • lijken verder weg
  • vormen een contrast met warme kleuren 

    Slide 10 - Diapositive

    Slide 11 - Diapositive

    Complementair kleurcontrast

    • Een complementair kleurcontrast
    treedt op als je een primaire en een
    secundaire kleur die tegenover elkaar in de 
    kleurencirkel staan naast elkaar
    gebruikt:

     rood - groen
     blauw -oranje
     geel - paars

    Slide 12 - Diapositive


    Licht-donkercontrast

    • Bij het licht/donkercontrast gaat het
    om het contrast in lichte en donkere kleuren.
    • Lichte en donkere kleuren steken
    duidelijk tegen elkaar af.
    • Lichte kleuren trekken de aandacht,
    terwijl donkere kleuren verder weg
    lijken. 
    -Zwart en wit is het grootste licht-donker contrast.

    Slide 13 - Diapositive

    kleur-tegen-kleur contrast. 

    In dit contrast worden de kleuren direct, zonder kleurverloop, tegen elkaar gezet. Het sterkste kleur tegen kleur contrast is het contrast tussen de primaire kleuren magenta, geel en cyaan. Maar ook het contrast tussen rood, geel en blauw is sterk.

    Slide 14 - Diapositive

    Doormiddel van kleurverloop kan in een tekening een geleidelijke overgang van licht naar donker worden gesuggereerd. Van een kleurverloop is sprake als de kleur geleidelijk verandert in een andere kleur, bijvoorbeeld van diepblauw naar wit.

    Slide 15 - Diapositive

    Kwaliteitscontrast

    Een doffe tegenover een felle kleur geeft een kwaliteitscontrast. Het kwaliteitscontrast drukt men uit in de term verzadiging:
    licht rose is minder verzadigd dan primair rood en heeft daardoor een hogere kleurhelderheid.

    Slide 16 - Diapositive

    Verzadigde en onverzadigde kleuren
    Kleurhelderheid
    • Verzadigde kleuren bestaan uit Zuivere kleuren
    • Onverzadigde kleuren zijn Kleuren gemengd met zwart, wit (of grijs)
    • Kleurhelderheid vergroten doe je door Wit met een kleur te mengen om het lichter te maken
    • Kleurhelderheid verkleinen doe je door Zwart met een kleur te mengen om het donkerder te maken

    Slide 17 - Diapositive

    Wanneer een kunstenaar kleuren vlak naast elkaar zet mengen je ogen de keuren samen. Dit noem je optische kleurmenging. 
    In het pointillisme (post-impressionisme) deden de schilders dit door allemaal kleine stipjes door elkaar te zetten. Gele en blauwe stipjes mengen optisch vanaf een afstand tot groen.

    Slide 18 - Diapositive