Verben

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Werkwoorden vervoegen

Präsens (tt)

De meeste Duitse ww kun je volgens de Feesttenten, Friettenten

Feesteten eten regels vervoegen. Wat dit precies inhoudt kom je bij de volgende dia's achter. Feesteten eten regel (leer je volgend jaar). 

Schrijf de uitleg (witte dia's) in je schrift!

Stam maken

Algemeen: 

Om ww te kunnen vervoegen moet je eerste een stam maken. 

Stam maken: ww - (e)n

Meestal haal je en eraf, soms heb je een ww met alleen een n zoals bijvoorbeeld rodeln, dan haal je er alleen een n af. 

De vervoeging

(feesttenten)

ich stam + e

du stam + st

er/sie/es stam + t

wir stam + en (hele ww)

ihr stam + t

sie/Sie stam + en (hele ww)

Waarom nu feesttenten? Als je alle uitgangen achter elkaar plakt en je zet er Fe voor staat er: feesttenten!

De vervoeging

(feesttenten)

Vorbild: machen

stam = mach

ich mache 

du machst

er/sie/es macht

wir machen

ihr macht

sie/Sie machen

De vervoeging

(friettenten)

Friettenten

(stam eindigt op een s-klank s, x, z, ß)

ich stam + e

du stam + t

er/sie/es stam + t

wir stam + en (hele ww)

ihr stam + t

sie/Sie stam + en (hele ww)

De vervoeging

(friettenten)

Als je voor de uitgangen Fri plaatst krijg je dus friettenten!

De vervoeging

(friettenten)

Vorbild: heißen

stam = heiß

ich heiße

du heißt

er/sie/es heißt

wir heißen

ihr heißt

sie/Sie heißen

Stam op d/t (of m/n)

(schrijf op)

Eindigt een stam op d of t, dan pas je altijd de feesteten eten regel toe. Eindigt de stam op een m of n dan gebruik je deze regel alleen in het geval dat je het niet uit kunt spreken. 

Stam op d/t of m/n

(schrijf op)

Eindigt een stam op d/t of m/n, dan beginnen alle uitgangen met een e. Dit betekent dat er een extra e tussen de stam en de uitgang komt bij du, er/sie/es/man en bij ihr. 

De vervoeging

(feesteten eten)

ich stam + e

du stam + est

er/sie/es/man stam + et

wir stam + en (hele ww)

ihr stam + et

sie/Sie stam + en (hele ww)

Waarom nu feesteten eten? Als je alle uitgangen achter elkaar plakt en je zet er F voor staat er: feesteten eten!

De vervoeging

(feesteten eten)

Vorbild: reden

stam = red

ich rede

du redest

er/sie/es redet

wir reden

ihr redet

sie/Sie reden

Het verschil in uitgangen

ich	e	e	e
du	st	t	est
er/sie/es	t	t	et
wir	en	en	en
ihr	t	t	et
sie/Sie	en	en	en

ww met alleen een n

Let op bij ww met alleen een n! Want als je bij het maken van een stam er alleen een n afhaalt, dan plaats je bij wir en bij sie/Sie ook alleen een n terug (hele ww), dus:

rodeln: stam = rodel

wir rodeln

sie/Sie rodeln

Hier kun je feesttenten niet toepassen!

machen
du.....

1. mache
2. macht
3. machst
4. machen

tragen
ich.....

1. trage
2. tragt
3. tragst
4. tragen

tanzen
sie (enk)....

1. tanzt
2. tanze
3. tanzen
4. tanzst

tun
er....

1. tue
2. tust
3. tun
4. tut

heißen
du

1. heiße
2. heißst
3. heist
4. heißen

arbeiten
du....

1. arbeite
2. arbeitest
3. arbeitst
4. arbeitet

tun
ich....

1. tue
2. tust
3. tun
4. tut

antworten
ihr...

1. antwort
2. antwortest
3. antwortet
4. antworten

Üben

Bist du fertig, dann kannst du, auf dieser Seite, noch ein bisschen üben: 

- Verbuga (klik bij Zeitformen Präsens aan en kies dan alleen voor ww bij de regelmäßige Verben)