Oefentoets Taalverzorging 4KG

Oefentoets Taalverzorging 4KG
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Oefentoets Taalverzorging 4KG

Slide 1 - Diapositive

Schrijf de goede tijd op.
1. Die mannen op straat (praten) de hele tijd tegen vrouwelijke voorbijgangers. (v.t.)

2. Wij moesten vorige week heel lang op de docent (wachten)

Slide 2 - Diapositive

1. praatten
2. wachten

Slide 3 - Diapositive

Schrijf de goede tijd of vorm op
1. Er (gebeuren) hier vandaag iets geks. t.t.

2. De opnieuw (verlichten) straat was toch nog erg donker.

Slide 4 - Diapositive

1. gebeurt

2. verlichte

Slide 5 - Diapositive

Zet strepen voor de zinsdelen en benoem ze


Op de markt heeft hij een rode appel gekocht. 

Slide 6 - Diapositive

Op de markt / heeft / hij / een rode appel / gekocht.
pv: heeft.                                     lv: een rode appel
wwg: heeft gekocht.              bwb: op de markt
ow: hij

Slide 7 - Diapositive

Benoem alle woorden uit de volgende zin

Het meisje heeft in de toetsweek een dikke voldoende gehaald.

Slide 8 - Diapositive

het: lw.          meisje: znw.               heeft: ww

in: vz.              de: lw.                      toetsweek: znw.               een: lw

dikke: bnw.                   voldoende: znw.                   gehaald: ww

Slide 9 - Diapositive

Schrijf het verwijswoord uit de zin op

Tijdens mentoruur zijn de nieuwe regels bekend gemaakt, deze riepen veel weerstand op.

Slide 10 - Diapositive

DEZE is het verwijswoord, het verwijst naar "de nieuwe regels"

Slide 11 - Diapositive

Maak een samenstelling met
1. rijst + wafel
2. school + regels
3. arbeid + bureau

Slide 12 - Diapositive

1. rijst(e)wafel
2. schoolregels
3. arbeidsbureau


Slide 13 - Diapositive

ALS of DAN? 
1. Hij is kleiner ...............
A. Als ik
B. Dan ik
C. Dan mij

Slide 14 - Diapositive

Hij is kleiner dan ik (ben)

Slide 15 - Diapositive

ALS of DAN?
Zij is even groot 
A. als mij
B. dan mij
C. als ik


Slide 16 - Diapositive

Zij is even groot als ik (ben)

Slide 17 - Diapositive