3.2 Wie heeft de macht?

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

Politiek

3.2 Wie heeft de macht?

Inhoud

• Terugblik 
• Introductie 
• Leerdoelen 
• Lezen 
• Uitleg
• Vragen maken 
• Evalueren 

Welke zin is juist?

1. A. Politici zijn altijd minister.
2. B. Politici moeten beslissingen nemen.
3. C. Alle politici werken in Den Haag.
4. D. Politici zijn altijd lid van de Tweede Kamer.

Wie werkt bij de overheid?

1. A. Een verkoper van boeken.
2. B. Een loodgieter.
3. C. Een advocaat.
4. D. Een wethouder.

Wie van de volgende mensen is politicus?

1. A. Een politieagent.
2. B. Een commissaris van politie.
3. C. Een burgemeester.
4. D. Een ambtenaar die op het stadhuis werkt.

Leerdoelen 3.2

• Ik kan democratie uitleggen en herkennen aan 4 punten.
• Ik kan een dictatuur uitleggen en herkennen aan 4 punten.
• Ik kan verschillen opnoemen tussen een democratie en een dictatuur
• Ik kan een voorbeeld opnoemen van een democratie en een dictatuur
• Ik kan het begrip rechten uitleggen en 4 voorbeelden opnoemen.
• Ik kan het begrip plichten uitleggen en 4 voorbeelden opnoemen. 

Lees 3.2 op blz 64.

Schrijf de onderstaande begrippen uit in de begrippenlijst op blz 86:

Een democratie is,.......

Een dictatuur is,........

De grondwet is,........

Wat is een democratie?

Een land waar de burgers zelf kiezen wie de macht krijgt.

Voorbeelden van rechten in een democratie

1. Je mag stemmen als je 18 bent.
2. Je hebt vrijheid van meningsuiting (GRONDWET!).
3. Je mag je eigen godsdienst kiezen.
4. Politie en leger houden zich aan de regels.
5. Er zijn verkiezingen.
6. Er is persvrijheid/mensenrechten.

Twee plichten in een democratie:

1. Je  moet je aan de wet houden

1. Je moet belasting betalen als je werkt.

Voorbeelden van democratieën: Nederland, Belgie, duitsland, Canada, Australie 

Democratie

Dictatuur

Wat is een dictatuur? 

Een land waar maar één man of een kleine groep mensen aan de macht is.

Rechten in een dictatuur

Er zijn weinig rechten in een dictatuur.

Je mag niet demonstreren.

Je mag niet geloven wat je wilt.

Plichten in een dictatuur

Je moet heel veel verplicht doen in een dictatuur.

1. Verplicht naar de leider luisteren.

2. Gedragen zoals de leider dat wilt.

landen met een dictatuur:

Noord korea

Cuba

Rusland

China

Opdrachten maken

3.2 Wie heeft de macht?

Hoe ging de les?

3.2 Wie heeft de macht?

• Terugblik 
• Leerdoelen
•  Afmaken en vragen nakijken
• Uitleg opdracht
• Opdracht maken 
• Evalueren 

In een dictatuur:

1. A. is de macht in handen van één persoon of een kleine groep mensen.
2. B. heeft de bevolking veel rechten en nauwelijks plichten.
3. C. hebben de massamedia veel vrijheid.
4. D. zijn elk jaar verkiezingen.

Welke zinnen zijn juist?
In een dictatuur:
1. hebben burgers mensenrechten.
2. bepalen de leiders wat de media mogen schrijven of uitzenden.

1. A. Alleen 1 is juist.
2. B. Alleen 2 is juist.
3. C. 1 en 2 zijn beide juist.
4. D. 1 en 2 zijn beide onjuist.

De overheid kan burgers plichten opleggen. Dit gebeurt:

1. A. alleen in een dictatuur.
2. B. alleen in een democratie.
3. C. in een dictatuur én een democratie.

Leerdoelen 3.2

• Ik kan democratie uitleggen en herkennen aan 4 punten.
• Ik kan een dictatuur uitleggen en herkennen aan 4 punten.
• Ik kan verschillen opnoemen tussen een democratie en een dictatuur
• Ik kan een voorbeeld opnoemen van een democratie en een dictatuur
• Ik kan het begrip rechten uitleggen en 4 voorbeelden opnoemen.
• Ik kan het begrip plichten uitleggen en 4 voorbeelden opnoemen. 

Vragen afmaken en nakijken 

Af tot en met 3.2 inclusief begrippenlijst 

Stap 1: Er zijn vijf kenmerken van democratie en van dictatuur. Zie het schema hiernaast. 

Stap 2: Hiernaast staan tien landen. Geef bij elk land aan of je te maken hebt met een

democratie of een dictatuur. Geef vervolgens aan om welk kenmerk het gaat.

Dictatuur of democratie ??

Leerdoelen 3.2

• Ik kan democratie uitleggen en herkennen aan 4 punten.
• Ik kan een dictatuur uitleggen en herkennen aan 4 punten.
• Ik kan verschillen opnoemen tussen een democratie en een dictatuur
• Ik kan een voorbeeld opnoemen van een democratie en een dictatuur
• Ik kan het begrip rechten uitleggen en 4 voorbeelden opnoemen.
• Ik kan het begrip plichten uitleggen en 4 voorbeelden opnoemen. 

Hoe ging de les?