examen nieuw vwo kort

Nieuwe vragen bij examens en tips
havo en vwo examens Nederlands

Drogredenen uitleggen
Framing en teksttoon
Tabellen toepassen
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

Cette leçon contient 23 diapositives, avec diapositives de texte et 8 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Nieuwe vragen bij examens en tips
havo en vwo examens Nederlands

Drogredenen uitleggen
Framing en teksttoon
Tabellen toepassen

Slide 1 - Diapositive

Drogredenen
In de vraag wordt de drogreden genoemd.
Vanuit de tekst moet je uitleggen 
wanneer je het kunt zien als drogreden en
wanneer het wel kan als goede argumentatiestructuur

Slide 2 - Diapositive

Toon van de tekst
Er kan ook gevraagd worden naar de manier waarop de schrijver de tekst heeft geschreven.

Bijvoorbeeld: ironisch, verontwaardigd, kwaad  etc.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Framing
Een mogelijk nieuw onderdeel is framing
Met woorden probeert de schrijver een kader of frame te gebruiken waardoor het publiek een bepaalde kijk krijgt op een onderwerp.
Je beschrijft iets op een subjectieve manier.

Slide 5 - Diapositive

Framing: hoe?
Vaak met behulp van beeldspraak: vergelijking of metafoor
Denk aan: hyperbool, eufemisme 
Drogredenen zoals vals dilemma
Neologismen

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Diapositive

Andere voorbeelden
linkse hobby's voor kunst, cultuur en ontwikkelingshulp

Slide 9 - Diapositive

Voorbeelden uit de reclame

Slide 10 - Diapositive

Voorbeeld 2

Slide 11 - Diapositive

Voorbeeld 3

Slide 12 - Diapositive

Woordgebruik bij framing

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Argumentatie
Invullen van een schema
of benoemen van soorten argumenten etc.

Slide 15 - Diapositive

Hoofdgedachte vinden
Standaard in elk examen

Slide 16 - Diapositive

Strekking van de tekst vwo
Met de strekking van een geschreven of gesproken tekst wordt in het algemeen een bepaald idee bedoeld dat de spreker of schrijver aan het beoogde publiek probeert duidelijk te maken, hetzij in letterlijke vorm hetzij min of meer impliciet, bijvoorbeeld door middel van stijlfiguren zoals de allusie (algemeen bekend feit, persoon)

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Slide 19 - Vidéo

Slide 20 - Vidéo

Slide 21 - Vidéo

Deel 2

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo