Cette leçon contient 32 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
le mardi 19 novembre 2024
C'est quelle saison?
C'est l'automne (Engels: autumn)
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
français en classe
C'est quelle saison en ce moment?
C'est l'automne.
Quelle saison commence le 21 décembre?
C'est l'hiver.
Quelle saison commence le 21 mars?
C'est le printemps.
Quelle saison commence le 21 juin?
C'est l'été.
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
français en classe
Comment dit-on..?
Het is koud.
Il fait froid
Het regent.
Il pleut
Het is warm.
Il fait chaud.
het is mooi weer.
Il fait beau.
Slide 5 - Diapositive
français en classe (2)
Quel temps fait-il aujourd'hui?
Il fait beau?
Il fait chaud?
Il fait froid?
Il fait mauvais?
Il fait du vent?
Il neige?
Slide 6 - Diapositive
planning 2e kwartiel
- dinsdag 10 december leestoets + woordenschat
- toetsweek januari 2024 - chapitre 7
- toetsweek cito kijk- en luistertoets (Woots)
Slide 7 - Diapositive
Aujourd'hui
français en classe
toets bespreken
les accents
Slide 8 - Diapositive
Les accents
Slide 9 - Diapositive
é
è, à, ù
ï, ë, ü, ÿ
ê, â, î, ô, û
ç
Slide 10 - Diapositive
Schrijf in 1 minuut z.v.m. Franse woorden op waar letters met accenten in voorkomen.
Slide 11 - Diapositive
Waarom zijn er accenten? Bedenk 2 redenen
Slide 12 - Diapositive
Functie accenten op de e (1)
uitspraak
la télévision la television
le café le cafe
la crème la creme
le problème le probleme
l'élève l'eleve
je préfère je prefere
Slide 13 - Diapositive
e
e
accent grave
accent aigu
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Vidéo
e
accent grave
Slide 16 - Diapositive
e
accent aigu
Slide 17 - Diapositive
Functie accenten op de e (2)
verschil in betekenis duidelijk maken
Bijvoorbeeld:
parle parlé spreek - gesproken
la là de/het - daar
ou où of - waar
a à heeft - in, naar, voor, aan, op
Slide 18 - Diapositive
é l'accent aigu
è l'accent grave
ï le tréma
ê l'accent circonflexe (niet meer op i + u)
ç la cédille :
Slide 19 - Diapositive
C ou Ç ?
De 'c' als een [s] voor de letters e en i : ici (hier) - ce
De 'c' als een [k] voor de letters a, o en u : copain - camping
De 'ç' met cédille --> [s] : français - ça va
Slide 20 - Diapositive
L'accent circonflexe
â
ê
De uitspraak is hetzelfde als zonder streepje:
l'âge (leeftijd),
le gâteau (taart),
les pâtes (pasta)
De uitspraak van ê is hetzelfde als è (elf):
la tête (het hoofd)
arrête ! (stop!)
Slide 21 - Diapositive
compétition
- werk in tweetallen.
- maak eerst individueel een lijstje van 10 Franse woorden waar z.v.m. accenten in voorkomen, maar schrijf deze accenten NIET op. Schrijf de Nederlandse betekenis achter de woorden.
- De ander gaat nu de ontbrekende accenten aanvullen.
Slide 22 - Diapositive
compétition
Bijvoorbeeld
le bebe
de baby
la crepe
de pannenkoek
un elephant
een olifant
ca va bien
het gaat goed
Slide 23 - Diapositive
compétition
Bijvoorbeeld
le bébé
de baby
la crêpe
de pannenkoek
un éléphant
een olifant
ça va bien
het gaat goed
Slide 24 - Diapositive
Le pendu
1. Als de letter niet goed wordt uitgesproken, is het fout.
Slide 25 - Diapositive
au boulot
Ga aan de slag met de opdrachten van chap 7
page 86 exercice 2
page 87 exercices 3ab
page 90 exercices 6ab
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Partie 1
Tu vas écouter Ava et Logan. Ils sont à la maison.
partie 1:
1) Waarom zijn Ava en Logan blij?
2) Gaan ze voor het eten: zelf koken / iets opwarmen / iets bestellen?
3) Wat eet en drinkt Logan?
chap 5 - version A
Slide 28 - Diapositive
partie 1
1) Ava: Super, on est enfin seuls à la maison!
Logan: Trop bien, on peut donc tout manger! Tu as faim?
2) Logan: Euh, on peut commander sur l’appli?
Ava: Mais bien sûr, on commande sur Internet.
3) Logan: Pour moi une grande frite et un coca aussi, mais un burger
sans fromage.
chap 5 - version A
Slide 29 - Diapositive
partie 2
Tu vas écouter Ava et Logan. Ils sont à la maison.
partie 2:
4) Ava en Logan zijn ontevreden over het eten. Over welke twee dingen
klagen ze?
5) Wat gaan ze de volgende keer doen als ze samen gaan eten?
chap 5 - version A
Slide 30 - Diapositive
partie 2
4) Logan: Il y a deux cheeseburgers. Moi, je n’ai pas commandé de
cheeseburger.
Ava: Oui. Mais, c’est pas vrai… Ces frites sont froides!
5) Ava: Impossible! C’est vraiment nul. Je ne commande plus sur
Internet.
Logan: Non, la prochaine fois, on va au restaurant!