H6 2hv les 5 Bron D quel

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

2hv H6 

J'aime le camping

devoirs pour mardi 7 juin

réviser voc A et B van H6  F-N

(let op de woordjes komen terug bij de leestoets !)

faire: ex 17, 18, 19 p. 62

Programme du jour

voc A + B p. 78

Bron C : nakijken   

Bron D : het vraagwoord QUEL

Vraagwoord:  quel

quel + z.n.w. = welk

quel + vorm van être (est/sont) = wat

Quel, quelle, quels, quelles

Waarom bij de 1e zin quel en bij de 2e zin quelles? 

1. Quel camping est-ce que tu prérères?

2. Tu as visité quelles villes?

Vraagwoord : quel

Kijk naar het zelfstandig naamwoord:

1. mannelijk of vrouwelijk?

2. enkelvoud of meervoud?

Exemple

1. Quel camping est-ce que tu prérères?

2. Tu as visité quelles villes?

Les sports

1. quels
2. quelle
3. quel
4. quelles

Quel, quelle, quels, quelles

Welk / Wat

quel + est/sont = wat

Quel past zich aan het zelfstandig naamwoord aan waar het bij hoort.

Quel est ton plat (m) préféré?

Quelle est ta matière (v) préférée?

Quels sont tes pays (mv m) préférés?

Quelles sont tes villes (mv v) préférées?

............... est ton jean préféré?

1. quels
2. quelles
3. quel
4. quelle

........est le pays le plus peuplé du monde?

1. quels
2. quelle
3. quel
4. quelles

Quel gevolgd door 'est of sont' betekent

1. welke
2. wat

au travail!

Fais ex 17, 19 p. 62