Huiswerk: Mi casa - tarea 4

Schrijf de volgende getallen in cijfers.
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Schrijf de volgende getallen in cijfers.

Slide 1 - Diapositive

ochenta y siete

Slide 2 - Question ouverte

cuarenta y nueve

Slide 3 - Question ouverte

veintiuno

Slide 4 - Question ouverte

cincuenta y dos

Slide 5 - Question ouverte

setenta y cuatro

Slide 6 - Question ouverte

Schrijf de volgende cijfers voluit in het Spaans. 

Slide 7 - Diapositive

26

Slide 8 - Question ouverte

34

Slide 9 - Question ouverte

69

Slide 10 - Question ouverte

100

Slide 11 - Question ouverte

98

Slide 12 - Question ouverte

Schrijf de kleur op in het Spaans.  

Slide 13 - Diapositive


Slide 14 - Question ouverte


Slide 15 - Question ouverte


Slide 16 - Question ouverte


Slide 17 - Question ouverte


Slide 18 - Question ouverte


Slide 19 - Question ouverte


Slide 20 - Question ouverte

Maak de volgende sleepvraag

Slide 21 - Diapositive

Sleep de woorden naar de juiste plaats in de afbeelding.
el sillón
la nevera
el horno
las sillas
la mesa
el sofá
el lavabo
la ducha
el baño
la cama
el armario
la bañera
la lámpara
el escritorio
el lavabo

Slide 22 - Question de remorquage

Vertaal de volgende 
zinnen naar het Spaans

Slide 23 - Diapositive

Hulpmiddel
▪ Mi dormitorio tiene….(noem de meubels)
▪ Mi (meubel) es (kleur).
▪ Mi (ruimte) es (kleur).
▪ Tengo (meubel of ruimte) (+kleur)

▪ Je gebruikt vaak het onbepaald lidwoord bij het beschrijven van je huis. 
    Ik heb een rode keuken.  >   Tengo una cocina roja 
    Un = mannelijk            una = vrouwelijk 

▪ Vergeet niet het bijvoeglijk naamwoord aan te passen aan het zelfstandig naamwoord.
   una cocina is vrouwelijk, dus de kleur rojo verandert naar roja. 

Slide 24 - Diapositive

Het bed is rood.

Slide 25 - Question ouverte

Ik heb een rood bed.

Slide 26 - Question ouverte

Weet je het nog?
bepaald
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
el
la
meervoud
los
las
onbepaald
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
un
una
meervoud
unos
unas
De Nederlandse vertaling is 
de/het
De Nederlandse vertaling is 
een/een paar

Slide 27 - Diapositive

Mijn huis heeft een tuin.

Slide 28 - Question ouverte

Mijn slaapkamer is groen.

Slide 29 - Question ouverte

Mijn nachtkastje is bruin.

Slide 30 - Question ouverte

Mijn huis heeft twee slaapkamers.

Slide 31 - Question ouverte

Mijn eetkamer heeft een tafel en vier stoelen.

Slide 32 - Question ouverte

Mijn badkamer is blauw.

Slide 33 - Question ouverte

De tafel is wit.

Slide 34 - Question ouverte

Mijn slaapkamer heeft een kast, een bed en twee stoelen.

Slide 35 - Question ouverte

De badkuip is grijs.

Slide 36 - Question ouverte

Let op:
Bij het aanpassen van een mannelijk bijvoeglijk naamwoord naar een vrouwelijk bijvoeglijk naamwoord. 
  • Eindigt het woord op een o? Dan verander je het naar een a. 
  • Eindigt het woord niet op een o? Dan pas je het niet aan.

Voorbeeld
Het bed is roze > la cama es rosa
De slaapkamer is roze > el dormitorio es rosa
Rosa eindigt op een a > deze hoeft dus niet aangepast te worden. 

Slide 37 - Diapositive

Mijn huis heeft een gang, een woonkamer en een terras.

Slide 38 - Question ouverte

Spelling; twijfel je over de spelling?
TIP!
In het Spaans komen alleen de letters C, R, L en N dubbel voor. 
Misschien dat dit je helpt bij de spelling. Een ezelsbruggetje is de naam CAROLINA > alleen de medeklinkers van dit woord worden dubbel gebruikt.
Terraza, schreef ik dat nou met een dubbel r of z? rrrrrrrrrrrrrrr
Pizarra, schreef ik dat nou met een dubbel r of z? rrrrrrrrrrrrrrr
amarillo, schreef ik dat met dubbel l of m? llllllllllllll

Je zal moeten blijven oefenen want er is bijvoorbeeld geen dubbel r bij amarillo...  
Het Spaans kent ook leenwoorden uit het buitenland, deze woorden hebben dan wel dubbele letters. (Denk maar aan het woord pizza, dat komt uit het Italiaans)

Slide 39 - Diapositive

Ik heb een rode stoel.

Slide 40 - Question ouverte

Ik heb een rode oven.

Slide 41 - Question ouverte

De badkamer is zwart en de douche is wit.

Slide 42 - Question ouverte

Mijn woonkamer heeft een groene boekenkast.

Slide 43 - Question ouverte