Unit lesson 5: Degrees of comparison

Welcome!
Book and notebook
Laptop
(closed)
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welcome!
Book and notebook
Laptop
(closed)

Slide 1 - Diapositive

Planning of today: 
  • Introduction - goals/rules/observer: 5 minutes
  • Project 2 - Nimona: 10 minutes 
  • Explanation - degrees of comparison: 15 minutes
  • Work on your own: 15
  • Check: 5
  • Homework.

Slide 2 - Diapositive

Goals of today:
  • At the end of the lesson, I will be able to make a comparison between two things. 
  • At the end of the lesson, I know what is expected of me in project 2.
Why do you need to learn this?
- You can give your opinion. 
- Share your views. 

Slide 3 - Diapositive

Class rules: 
1. Bij binnenkomst ga je rustig zitten en pak je je spullen en wacht tot de les gaat beginnen (spullen op de tafel en laptop dicht).
2. Wanneer de docent (of iemand anders) aan het woord is dan ben je stil en luister je, heb je een vraag dan steek je je vinger op.
  • Waarschuwing 1: er wordt duidelijke gemeld dat dit je eerste waarschuwing is.
  • Waarschuwing 2: naam op het bord + na de les langer blijven. 
  • Waarschuwing 3: dagdienst om verder te werken aan het vak en heb je een terugkoppeling met de docent. 

Bij 2 of 3 negatieve notities kom je een uur terug en worden ouders gebeld.

Slide 4 - Diapositive

Nimona
  • (Reading) First 10 minutes of every lesson + audiobook. 
  • Watch the film (in class). 
  • Exercises - explanation. 
  • Start - tomorrow. 

Slide 5 - Diapositive

Nimona - teams project 2
Option 1: Make a scene! (Speaking)
Tijdens het bekijken van de film en het lezen van het boek ben je vast meerdere verschillen tegengekomen.
Daarom ga je bij deze optie een scene die ontbreekt in de film maar wel aanbod komt in het boek zelf filmen. Je kruipt dus in de huid van de karakters!
Dit doe je individueel of in groepjes van 2 tot 4 personen. Iedereen is minimaal 2 minuten aan het woord, dit houdt dus in dat als je het individueel doet het filmpje minimaal 2 minuten duurt en met 4 personen het filmpje minimaal 8 minuten duurt.
Dit doe je allemaal in het Engels.

Option 2: I'll fit right in ..... (Writing)
Bij deze optie ga je zelf 2 pagina’s maken in de stijl van de graphic novel die iets toevoegt aan het verhaal. Denk hierbij dus aan een extra ‘scene’ in het boek en film.
Op de derde pagina beschrijf je in minimaal 150 woorden welke rol jij zou zijn in het verhaal van Nimona (met welk karakter identificeer jij je het meest?) of maak zelf een eigen karakter en bedenk hoe jij deze rol zou verfilmen.

Slide 6 - Diapositive

What do you notice? Can you make a rule?
  1. This is a nice cat. It's much nicer than my friend's cat.
  2. Here is Emily. She's six years old. Her brother is nine, so he is older.
  3. Yesterday John told me a funny joke. This joke was the funniest joke I've ever heard.
  4. Skateboarding is a dangerous hobby. Bungee jumping is more dangerous than skateboarding.
  5. He has an interesting hobby, but my sister has the most interesting one in the world.

Slide 7 - Diapositive

What did you notice? And could you make a rule?
timer
2:00

Slide 8 - Question ouverte

What do these words mean in dutch?
  1. nice - nicer - nicest
  2. old - older - oldest
  3. funny - funnier - funniest 
  4. dangerous - more dangerous - most dangerous
  5. interesting - more interesting - most interesting 
Compare it with a staircase

Slide 9 - Diapositive

Rule short words: 
Short words (1 syllable) + er/est
Word ending with an e + r/st
Word ending with an y (and before y = consonant) - (y=i) + er/est
Doubled letters (sound) - (doubled letter) + er/est (big - biggest)


Syllable - lettergreep
Consonant - medeklinker

Slide 10 - Diapositive

Rule long words: 
Long words (2 or more syllables) + more/most
For example - beautiful - more beautiful - most beautiful
For words of two or more syllables, use more (than) and (the) most. 
For example - powerful - more powerful than - the most powerful

Syllable - lettergreep
Consonant - medeklinker

Slide 11 - Diapositive

Overview:
1 syllable = short 
2 syllables = short 
2 syllables = long
3+ syllables = long
Fast 
cle-ver
a-fraid
dif-fi-cult
Faster
cleverer
more afraid
more difficult
Fastest
cleverest
most afraid
most difficult

Slide 12 - Diapositive

Exceptions:
Good - better - best.
Bad - worse - worst.
Little - less - least. 

Slide 13 - Diapositive

Fill in the gap:
In the last holiday I read a really good book, but a friend of mine gave me an even ______ one last weekend.
A
gooder
B
goodest
C
better
D
betterst

Slide 14 - Quiz

Fill in the gap:
School is boring, but homework is _______ than school.
A
boringer
B
boringest
C
more boring
D
most boring

Slide 15 - Quiz

Fill in the gap:
This magazine is cheap, but that one is ______.
A
cheaper
B
cheapest
C
more cheap
D
most cheap

Slide 16 - Quiz

Let's work!
Page 73 - 78: exercise 2, 3, 5 , 6, 7, 8 and 9.
Done? Or extra practice materials - teams
Wordle, quordle, octordle, wordshake, wordl unlimited,
lyricstraining of ReadTheory.
timer
15:00
Nick - luistertoets inplannen

Slide 17 - Diapositive

The Goals of today?
What? 
Why? 
How? 

Slide 18 - Diapositive

Homework: 
Page 73 - 78: exercise 2, 3, 5 , 6, 7, 8 and 9. 


Slide 19 - Diapositive