Infusie

Infusie
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Infusie

Slide 1 - Diapositive

Soorten infusie, sleep de juiste term naar de juiste foto
PICC lijn
Perifeer infuus
Centraal infuus

Slide 2 - Question de remorquage

Waaruit bestaat een compleet infuussysteem in elk geval?

Slide 3 - Question ouverte

Infuuszak
Infuusslang
Bijspuitpunt
Druppelkamer
Rolregelklem

Slide 4 - Diapositive

INFUSIE : HET ENTERAAL / PARENTERAAL TOEDIENEN VAN VLOEISTOFFEN

Bij patiënten die een infuus hebben schrijft de arts voor:

  • Welke infuusvloeistof gegeven moet worden
  • Hoeveel vloeistof moet worden gegeven
  • In hoeveel tijd.
  • BIG handeling: bevoegd en bekwaam

Slide 5 - Diapositive

Wat kan je intraveneus toedienen?

Slide 6 - Question ouverte

Benoem indicaties voor toedienen van vocht

Slide 7 - Carte mentale

-onvoldoende vochtopname (bij verwaarlozing of na een operatie);

-groot vochtverlies, door braken en/of diarree;

-bloedverlies, door een operatie of ongeluk;

-plasmaverlies, bijvoorbeeld bij brandwonden;

-koorts/sepsis

-medicatie iv toedienen

Slide 8 - Diapositive

Noem complicaties bij het toedienen van infusie:

Slide 9 - Carte mentale

Bij infusietherapie kunnen de volgende complicaties optreden:

*subcutaan inlopen van de vloeistof;
 *tromboflebitis; 
 *lijninfecties;
 *sepsis;
 *overvulling van de circulatie;
 *luchtembolie;
 *allergische reacties.








De meest voorkomende complicatie van een perifeerveneuze infuuskatheter is flebitis, 
een lokale ontsteking van een perifere vene, gekenmerkt door een warme, rode huid 
boven een pijnlijke, gezwollen vene. Wanneer de ontsteking gepaard gaat met 
trombose van de vene is er sprake van een tromboflebitis. (Trombo)flebitis van een 
perifere vene heeft meestal een mechanische of chemische oorzaak en geen infectieuze 
oorzaak. Pus in de insteekopening van de infuuskatheter in de huid bij een 
(trombo)flebitis is een teken van infectie. Meer specifiek wordt dan gesproken van een 
purulente (trombo)flebitis.  

Slide 10 - Diapositive

Waar prik je een perifeer infuus?

Slide 11 - Question ouverte

Infuuspompen

Slide 12 - Diapositive

Infuuspomp
Een infuuspomp is een type pomp die gebruikt wordt bij een infuus om de toediening en de toedieningssnelheid van een substantie (zoals bloedcellen, plasma, bloed, zout- en glucoseoplossingen en medicatie) te regelen.

Er zijn verschillende soorten pompen voor toediening van vloeistoffen uit spuiten, medicatiecassettes of infuuszakken.

Slide 13 - Diapositive

Infuuspomp

Slide 14 - Diapositive

Perfusor/spuitpomp
Continue, nauwkeurige en gelijkmatige toediening van geneesmiddelen (subcutaan / intraveneus / epiduraal / spinaal)






    


    

Slide 15 - Diapositive

PCA pomp
Veelal bij pijnbestrijding en sedatie.
Pompen hebben vaak een bolusfunctie/knop

Slide 16 - Diapositive

Multiplex Infusie

Slide 17 - Diapositive

Infuuspomp: wanneer wordt dit gebruikt?

Slide 18 - Question ouverte

Voorbeelden
*Continue basis infuus 
*Bloedproducten
*Antibiotica
*TPV (Totaal Parenterale Voeding)
*Medicatie per gift, denk aan 4x daags AB
* Vocht geven met hoge snelheid


Slide 19 - Diapositive

1. Een patiënt moet in 24 uur tijd een infuus krijgen van 1 liter 5% glucose.
Bij het gebruikte infuussysteem gaan er 20 druppels in een ml.

• Bereken de druppelsnelheid.
• De zorgvrager is bekend met hartfalen en de cardioloog besluit dat het infuus via een infuuspomp moet gaan. Op hoeveel ml/uur zet je de pomp?

Slide 20 - Diapositive

1. Antwoord:
1liter= 1000ml=1000x20=20000 druppels.
24 uur = 24x60=1440 minuten.
Druppelsnelheid is 20000/1440= 13 á 14 druppels per minuut.
Pompstand: stand 42

Slide 21 - Diapositive