2020-03-31 Unit 4.5

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

WELCOME!

Vandaag gaan we beginnen met les 4.5 van het boek. 

Het zal een wat kortere les zijn, zodat je wat tijd overhoudt om bijvoorbeeld de LessonUp van gisteren af te maken of woordjes/onregelmatige werkwoorden te leren via Quizlet. 

4.5

Vandaag gaat het over de expressions (zinnen) en over schrijfvaardigheid.

De grammatica van 4.5 doen we in een volgende les.

De les van vandaag gaat over celebrations = vieringen/feestdagen. 

Als je denkt aan 'celebrations',
waar denk je dan aan?

Woorden die te maken hebben met celebrations.

Op de volgende bladzijden zie je een printscreen uit je boek. 

Vaak kun je aan de zin wel zien om wat voor woord het gaat. 

Probeer te ontdekken wat de woorden betekenen, zonder dat je de betekenis opzoekt. 

Van welk woord op de vorige dia heb je geen idee wat het betekent?

En nog meer woorden...

Op de volgende bladzijden zie je een printscreen uit je boek. 

Vaak kun je aan de zin wel zien om wat voor woord het gaat. 

Probeer te ontdekken wat de woorden betekenen, zonder dat je de betekenis opzoekt. 

Van welk woord op de vorige dia heb je geen idee wat het betekent?

En dan de antwoorden

Lees de volgende bladzijden door en bekijk of je de betekenissen goed geraden had.

En nu de expressions... 

Probeer de volgende zinnen eens te vertalen! 

Het geeft niets als je niet de hele zin weet. 

Schrijf zoveel mogelijk op. Achteraf kun je controleren wat het juiste antwoord was.

Vertaal:
Daardoor begon iedereen te dansen.

Vertaal:
Heb ik je ooit dat verhaal verteld over St. Patrick's Day vorig jaar?

Vertaal:
Ze hadden echter maar 2 groene outfits.

Vertaal:
Ik durf te wedden dat de mensen in de bus er flink om gelachen hebben.

Vertaal:
Het begon zoals altijd.

Vertaal:
Toen ik om mij heen keek, zag ik dat iedereen het naar zijn zin had.

Check!

Lees de expressions op de volgende bladzijde door en kijk of je in de goede richting zat!

Aan de slag

Open de methode, Unit 4.5:

• Maak de volgende opdrachten: 1, 2, 3, 4, 5, 9, 10, 11
  

Klaar? 

• Maak evt. de LessonUp van gisteren af.
• Maak de test jezelfs af van 4.2, 4.3, 4.4
• Leer woorden of onregelmatige werkwoorden via Quizlet