1

H8 Verhoudingen
Startrekenen 1F
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOMiddelbare schoolLeerjaar 1Studiejaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

H8 Verhoudingen
Startrekenen 1F

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

hoeveel Balletjes heb je voor 6 euro?
hoeveel balletjes heb je voor 8 euro?
hoeveel euro kosten 5 balletjes?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verhoudingen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de verhouding tussen jongens en meisjes
A
5 : 15
B
1 : 3
C
1 : 5
D
3

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In 2 verpakkingen zitten 8 croissantjes.
Hoeveel croissantjes zitten er in 6 verpakkingen?
Aantal verpakkingen
2
6
Aantal croissantjes
8
?

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

1 verpakking met 6 blikjes cassis kost € 3,60.
Hoeveel kosten 24 blikjes cassis
Aantal blikjes
6
24
Prijs in euro's
4
?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef aan hoe goed het jou gaat lukken om de les af te maken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 8 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

In 8 verpakkingen zitten 48 glazen.
Hoeveel glazen zitten er in 2 verpakkingen?
Aantal verpakkingen
8
2
Aantal glazen
48
?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

8 tubes tandpasta kosten 6 euro. Hoeveel kosten 4 tubes?
Aantal tubes
Prijs in euro's

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Romy heeft voor 60 koekjes 300 gram boter nodig.
Hoeveel gram boter heeft ze voor 50 koekjes nodig?
Aantal koekjes
Aantal grammen

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

24 flesjes ijsthee kosten € 21.
Hoeveel kosten 8 flesjes ijsthee?
Aantal flesjes ijsthee
Prijs in euro's

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Nu wordt het moeilijker
Geef aan hoe goed het jou gaat lukken om de les af te maken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

8 potloden kosten € 24,00.
Hoeveel kosten 5 potloden?
Aantal potloden
8
1
5
Prijs in euro's
24,00
?

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

8 potloden kosten € 2,80.
Hoeveel kosten 7 potloden?
Aantal potloden
8
1
7
Prijs in euro's
2,80
?

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Petri heeft een kat. De kat eet in 4 weken tijd 24 zakjes kattenvoer. Petri gaat 3 weken op vakantie. Haar buurvrouw geeft de kat te eten. Hoeveel zakken moet Petri klaarleggen voor de buurvrouw?

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Marieke rijdt 60 kilometer. Haar auto verbruikt daarbij 4 liter benzine.
Hoeveel kilometer kan de auto met een tank van 50 liter rijden?

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

H9 Verhoudingen en breuken
Startrekenen 1F

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verhoudingen en breuken
  • Van een verhouding kun je een breuk maken

  • Andersom: Een breuk is een verhouding

  • Altijd vereenvoudigen!

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verhoudingen
4 van de 5 kinderen willen ranja.

Dit noem je een verhouding. Je kunt dit ook als breuk schrijven. 

Zo:
4 van de 5 = 
54

Slide 21 - Diapositive


Vul aan:
7 van de 10 =
A
107=10070
B
71=10010
C
710=70100
D
73=7030

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Nog een voorbeeld:
3 van de 5 jongens voetballen graag. Hoeveel procent is dat?
3 van de 5 =        =               = 60%
53
10060

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions