Umgebung 2/12 TG3

• Duits
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

Umgebung

Welk woord past het beste in de zin?
............. ist das Wetter schön und warm.

1. im Frühling
2. im Herbst
3. im Oktober

Welk woord past het beste in de zin?
In der Stadt gibt es viel .......

1. Berge
2. Verkehr
3. Wälder

Welk woord past niet in het rijtje?
die Sonne - August - glatt

1. die Sonne
2. August
3. glatt

zelten

das Gewitter

die Insel

wandern

das Meer

der See

Welk woord past niet in het rijtje?
das Dorf - ruhig - die Stadt

1. das Dorf
2. ruhig
3. die Stadt

Het wordt kouder dan vorige week

1. Es wird kälter als vorige Woche
2. Es wird wärmer als vorige Woche
3. Es wird kälter als nächste Woche

Kies het juiste antwoord bij de vraag:
Wie wird das Wetter morgen?

1. Nächste Woche werden es 27 Grad.
2. Die Gegend ist sehr schön.
3. Morgen wird es bewölkt

Nu wordt het wat moeilijker...

00:42

Waar staat deze brug?

01:14

Wat is waar?

1. laatste brug is langer dan de eerste brug
2. bij de laatste brug zijn alle trapspijlen gelijk
3. dit is niet echt
4. voor de laatste brug moet je een verzekering afsluiten

03:14

Waar is dit en voor hoeveel personen is deze attractie?

04:46

Als je van deze actieve hete vulkaan glijdt, moet je je mond dichthouden vanwege....

1. dat hoeft helemaal niet
2. opspattende stenen
3. vulkaanstof
4. de snelheid

05:15

Wat is waar?

1. deze achtbaan gaat in 3 seconden naar 135 km/h
2. deze achtbaan gaat door het water
4. deze achtbaan is niet in Europa

Schreiben

Aufgabe 39,40 en 41 Seite 36/37

üben, üben, üben

Was haben wir heute gelernt?

Voltooid deelwoord

Haben und sein

Haben und sein

https://www.educaplay.com/learning-resources/12848196-perfekt_a1_haben_oder_sein.html

Leren 

Leren de werkwoorden haben und sein blz 46

Leren woordjes blz 44 de berg t/m de zee