Clase 1: demostrativos, her pw 5 (25/11/2020)

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

¡Bienvenidos!

Hoy es 25 de noviembre de 2020

Lessen

Woensdagen het 3e uur

+

Donderdagen het 1e uur

Maandagen dus niet

Introductierondje (5-7 min)

Proefwerk hoofdstuk 5: 

do 3/12 of woe 9/12?

In dit PW wordt je getest op:

1. - Leesvaardigheid
2. - Luistervaardigheid (breng je koptelefoon/ oortjes mee!)
3. - Werkwoorden uit de unidad de repaso (HAY, SER, ESTAR, TENER, IR, GUSTAR + regelmatige ww -AR, -ER, -IR) 
4. - Wederkerende ww vervoegen (zoals levantarSE, ducharSE etc.)
5. - Voorzetsels (por, para, a, con, en, de)*
6. - Aanwijzend voornaamwoord (este, ese, aquel/ esta, esa, aquella + mv)*
7. - Kloktijden*
8. - Getallen t/m 1 miljoen*
9. - Nabije toekomende tijd ( Ir + A + WW)*
10. - Vocabulario Unidad 5:  5.1 t/m 5.3 (ESP - NL /  NL - ESP) (p. 67-68 PA WB)
11. - Roze ww blad 25 t/m 35 (ESP - NL)

Even navragen of er onderdelen zijn waarvan ik niet weet die ze niet hebben behandeld. 

Los objetivos de esta clase

1. Jullie leren de Spaanse aanwijzend voornaamwoorden

2. Herhaling stof proefwerk hoofdstuk 5

3. Hoe zit het met de onregelmatige werkwoorden (met een klinkerwisseling in de stam)?

De doelen voor deze les

El programa de hoy

(Het programma van vandaag)

1) Aanwijzend voornaamwoord 

• uitleg
• ej. 9
• extra oefeningen

2) Quiz over stof proefwerk hoofdstuk 5 

3) Hoe zit het met de onregelmatige werkwoorden (met klinkerwisseling in de stam)?

Los demostrativos

• Een aanwijzend vnw. wijst iets of iemand aan en het staat vóór datgene wat het aanwijst (dit/dat boek, deze/die hond, die/deze meisjes)

Dit/dat boek = Este/ese libro

Deze/die fiets = Esta/esa bicicleta 

Deze/die jongens = Estos/esos chicos

Deze/die meisjes = Estas/esas chica

etc.

Aanwijzende voornaamwoorden

In het Spaans letten op of een woord mannelijk of vrouwelijk is, of het enkelvoud of meervoud is, en wat de afstand is (wel/niet ver weg). 

Los demostrativos

• Dichtbij (hier, bij mij)

-> aquí 

• Verder weg (daar,

bij jou) -> ahí

• Nog verder weg (daar,
  ver weg van beiden) 
  -> allí

Aanwijzende voornaamwoorden

DEZE, DIT	mannelijk	vrouwelijk
enkelvoud	este	esta
meervoud	estos	estas

DIE, DAT	mannelijk	vrouwelijk
enkelvoud	ese	esa
meervoud	esos	esas

DIE, DAT	mannelijk	vrouwelijk
enkelvoud	aquel	aquella
meervoud	aquellos	aquellas

Demostrativos dus in drie groepen op te delen; afhankelijk van de afstand, hoe ver/dichtbij. 

Voorbeelden: 

- Dichtbij, bij mij -> esta chica está sentada en una silla 

- Iets verder weg, bij jou -> ese libro está sobre la mesa 

- Nog verder weg, van beiden -> aquel árbol es muy grande

Zelfstandig gebruik van het 

aanwijzend voornaamwoord

Als je een aanwijzend vnw. gebruikt zonder dat dit op een zelfstandig naamwoord slaat, gebruik je esto, eso of aquello!

• Esto no me gusta para nada = Dit vind ik helemaal niets
• Eso es algo nuevo para mi = Dat is iets nieuws voor mij
• ¿Qué es aquello? = Wat is dat?
  

Slaat het wél op een zelfstandig naamwoord, dan komt er een accent: 

Mira, ésta es mi amiga Lupita y ése es su novio Carlos = Kijk, dit is mijn vriendin Lupita en dat is haar vriend Carlos

Aanwijzend voornaamwoord ook zelfstandig te gebruiken, dus zonder een zelfstandig naamwoord ernaast.

Maak aansluitend ejercicio 9 over het aanwijzend voornaamwoord (pag 49; libro rojo / pág 61; libro rosa)

Klaar? Ga verder met de volgende extra online oefeningen

https:

https:

https:

Herhaling stof proefwerk H5

Hoe staan jullie ervoor? 

Zijn er onderdelen die nog onduidelijk zijn, of nog een keer zouden willen herhalen?

de aanwijzend voornaamwoorden este/ esta/ estos/ estas betekenen:

1. deze/ dit (hier bij mij)
2. die/dat (daarginds)
3. die/ dat (daar bij jou)
4. deze/ dit (daar bij jou)

de aanwijzend voornaamwoorden
ese/ esa/ esos/ esas betekenen:

1. deze/ dit (hier bij mij)
2. die/dat (daarginds)
3. die/ dat (daar bij jou)
4. deze/ dit (daar bij mij)

de aanwijzend voornaamwoorden
aquel/ aquella/ aquellos/ aquellas betekenen:

1. deze/ dit (hier bij mij)
2. die/dat (daarginds)
3. die/ dat (daar bij jou)
4. die/ dat (daar bij jou)

Waar of niet waar:
Bij getallen gebruik je de y (of i) ook tussen de honderdtallen en tientallen

1. Verdadero (waar)
2. Falso (niet waar)

Schrijf deze getallen in het Spaans ( nummer van 1 t/m 6 en gebruik 1 spatie voor je antwoord
346.643,
1.996,
5.116,
738,
10.500,
48.227

Welk voorzetsel moet in deze zin komen?

"Me gusta ese sándwich___ queso y chorizo

1. por
2. con
3. de
4. en

Welk voorzetsel moet in deze zin komen?

"Esta rebeca roja es un regalo ________ el cumpleaños de mi hermana

1. por
2. a
3. de
4. para

Welke voorzetsels moet in deze zin komen?
"esta mañana voy _____ instituto ___ coche ___ mi mamá

1. a, con, para
2. de, en, de
3. al, en, de
4. al, en, con

LEREN:

- Aanwijzende voornaamwoorden

- Voorzetsels

- Alle stof die je verder moet weten voor het PW (zie ook Classroom voor een samenvatting in Lessonup)

Los deberes para la próxima clase

(het huiswerk voor de volgende les...)

¡Hasta mañana!

Nog vragen?