Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
REKENEN - Startrekenen Vooraf deel A (oranje) - H3 - LES 3
Startrekenen Vooraf deel A
STARTREKENEN VOORAF deel A
les 3
boek
pen of potlood
1 / 29
suivant
Slide 1:
Diapositive
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Cette leçon contient
29 diapositives
, avec
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Startrekenen Vooraf deel A
STARTREKENEN VOORAF deel A
les 3
boek
pen of potlood
Slide 1 - Diapositive
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 3
blz. 92
opdracht 9
Slide 2 - Diapositive
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 3
blz. 92
opdracht 10
Slide 3 - Diapositive
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 3
blz. 92
opdracht 11
Slide 4 - Diapositive
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 3
blz. 93
opdracht 12
Slide 5 - Diapositive
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 3
blz. 93
opdracht 12
Slide 6 - Diapositive
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 3
blz. 93
opdracht 12
Slide 7 - Diapositive
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 3
blz. 94
opdracht 13
Slide 8 - Diapositive
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 3
blz. 95
opdracht 14
Slide 9 - Diapositive
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 3
blz. 95
opdracht 15 a
Jeroen heeft € 80.
Hij koopt het computerspel.
Hoeveel geld houdt Jeroen over?
€ 80 - € 60 = € 20
Slide 10 - Diapositive
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 3
blz. 95
opdracht 15 b
Femke verwijdert 20 berichten uit haar inbox.
Hoeveel berichten blijven er over?
50 - 20 = 30
Slide 11 - Diapositive
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 3
blz. 96
opdracht 16
Slide 12 - Diapositive
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 3
blz. 97
opdracht 17
Slide 13 - Diapositive
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 3
blz. 97
opdracht 18
Slide 14 - Diapositive
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 3
blz. 98
opdracht 19
Slide 15 - Diapositive
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 3
blz. 98
opdracht 20
Slide 16 - Diapositive
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 3
blz. 99
opdracht 21
Slide 17 - Diapositive
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 3
blz. 100
opdracht 22
Slide 18 - Diapositive
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 3
blz. 100
opdracht 23
Bas bekijkt zijn vakantiedagen.
Hoeveel vakantiedagen heeft Bas opgenomen?
25 - 20 =
5
Slide 19 - Diapositive
Startrekenen Vooraf deel A
DOEL VAN DE LES
les 3
3.1 Je kunt getallen van elkaar aftrekken met een uitkomst tot 20.
3.2 Je kunt getallen van elkaar aftrekken met een uitkomst tot 100.
Slide 20 - Diapositive
Startrekenen Vooraf deel A
AFTREKKEN tot en met 100
les 3
uitleg 10
blz. 100
Als je bij minsommen over het tiental heen gaat, is het handig om via het tiental te rekenen.
Je begint bij 42 en moet er 6 af halen.
Je trekt eerst af tot 40.
Dat is een stap van 2 terug.
Van de 6 heb je nog 4 over. Je zet dus een stap van 4 terug.
Slide 21 - Diapositive
Startrekenen Vooraf deel A
3.2 AFTREKKEN tot 100
les 3
uitleg 11
blz. 103
Je kunt een minsom soms makkelijker maken door te
rijgen
.
Bij rijgen splits je het tweede getal in tientallen en eenheden.
stap 1 Splits 23 in tientallen en eenheden.
23 splits je in
20
en
3
.
Slide 22 - Diapositive
Startrekenen Vooraf deel A
3.2 AFTREKKEN tot 100
les 3
uitleg 11
blz. 103
Slide 23 - Diapositive
Startrekenen Vooraf deel A
3.2 AFTREKKEN tot 100
les 3
uitleg 11
blz. 103
78 - 23 =
55
Slide 24 - Diapositive
Startrekenen Vooraf deel A
3.2 AFTREKKEN tot 100
les 3
uitleg 12
blz. 106
Als je bij het rijgen over het tiental heen gaat, trek je eerst af tot het tiental.
62 - 25 =
stap 1 Splits 25 in tientallen en eenheden.
25 splits je in
20
en
5
.
Slide 25 - Diapositive
Startrekenen Vooraf deel A
3.2 AFTREKKEN tot 100
les 3
uitleg 12
blz. 106
Slide 26 - Diapositive
Startrekenen Vooraf deel A
3.2 AFTREKKEN tot 100
les 3
uitleg 12
blz. 106
Slide 27 - Diapositive
Startrekenen Vooraf deel A
3.2 AFTREKKEN tot 100
les 3
uitleg 13
blz. 108
Als twee getallen dicht bij elkaar liggen, kun je het verschil uitrekenen
met
aanvullen
.
Slide 28 - Diapositive
Startrekenen Vooraf deel A
3.2 AFTREKKEN tot 100
les 3
maken
opdracht 24
(blz. 101)
tot en met opdracht 37
(blz. 111)
Slide 29 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
REKENEN - Startrekenen Vooraf deel A (oranje) - H3 - LES 3
il y a 2 jours
- Leçon avec
29 diapositives
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
REKENEN - Startrekenen Vooraf deel A (oranje) - H3 - LES 2
il y a 2 jours
- Leçon avec
18 diapositives
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
REKENEN - Startrekenen Vooraf deel A (oranje) - H3 - LES 2
il y a 2 jours
- Leçon avec
18 diapositives
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
REKENEN - Startrekenen Vooraf deel A (oranje) - H3 - LES 4
il y a 2 jours
- Leçon avec
26 diapositives
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
REKENEN - Startrekenen Vooraf deel A (oranje) - H3 - LES 4
il y a 2 jours
- Leçon avec
26 diapositives
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
REKENEN - Startrekenen Vooraf deel A (oranje) - H3 - LES 5
il y a 2 jours
- Leçon avec
25 diapositives
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
REKENEN - Startrekenen Vooraf deel A (oranje) - H2 - LES 3
il y a 3 jours
- Leçon avec
25 diapositives
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
REKENEN - Startrekenen Vooraf deel A (oranje) - H3 - LES 5
il y a 2 jours
- Leçon avec
25 diapositives
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1