1 1 Wat wil je kopen

paragraaf 1
Wat wil je kopen?
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

paragraaf 1
Wat wil je kopen?

Slide 1 - Diapositive

1.1 Kopen is kiezen
  • Behoeften
  • Noodzaak of luxe?
  • Goederen en diensten
  • Prioriteiten stellen

Slide 2 - Diapositive

Prioriteiten stellen
  • Dus: behoeften zijn onbeperkt!
  • We moeten kiezen wat het belangrijkste is.....
  • .... dat noemen we prioriteiten stellen

Slide 3 - Diapositive

§1.1 Kopen is kiezen
Primaire behoeften (basis)

Goederen die je nodig hebt om in leven te blijven
Secundaire behoeften

Goederen die je NIET nodig hebt om in leven te blijven

Slide 4 - Diapositive

Primaire behoefte =
    Alles dat noodzakelijk is voor het bestaan.


Secundaire behoefte=
    Alle luxe die niet noodzakelijk is voor het bestaan.

Slide 5 - Diapositive

Behoeften verschillen door:
  • budget (hoeveel heb je te besteden)
  • leeftijd
  • geslacht
  • de invloed van vrienden/ klasgenoten
  • de invloed van familie
  • de invloed van reclame
§1.1 Kopen is kiezen
Wanneer je in je behoeften voorziet ben je aan het consumeren!

Slide 6 - Diapositive



Goederen

Tastbare producten waarmee je je behoeften kunt voorzien


Diensten

Activiteiten waarmee je in iemands behoeften voorziet
§1.1 Kopen is kiezen
Fiets, shampoo...
Bediening in een restaurant, knippen van iemands haar.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Slide 9 - Diapositive

Stel, jij moet kiezen tussen sneakers van Adidas, Your Turn, Converse, Nike, Vans en Zign.

Heeft het merk invloed op je aankoop? Leg je antwoord uit.

Slide 10 - Diapositive

Gebruiksgoederen

(vaak gebruiken)

Verbruiksgoederen

(een/enkele keren gebruiken)

Slide 11 - Diapositive

Sleep de foto's naar het juiste begrip
Primaire levensbehoefte
Secundaire levensbehoefte 

Slide 12 - Question de remorquage

Aan het werk:
Bladzijde 8 + 9 + 10 + 22
Samen doen: opdracht 8
Daarna zelfstandig: Opdrachten: 2 tot en met 14

Slide 13 - Diapositive

Wanneer inkomen stijgt neemt de behoefte toe aan

Slide 14 - Question ouverte

Je prioriteiten zijn hetzelfde als je ......
A
evenveel geld hebt
B
dezelfde interesses hebt
C
even oud bent
D
prioriteiten zijn altijd anders

Slide 15 - Quiz

Een ander woord voor keuzes maken noemen we?
A
Schaarste
B
Prioriteiten stellen
C
Budgetteren
D
Investeren

Slide 16 - Quiz

Primaire behoeften zijn ...
A
de noodzakelijke behoeften.
B
de luxe behoeften.

Slide 17 - Quiz

Eten en drinken zijn voorbeelden van ...
A
Basisbehoeften
B
Overige behoeften
C
Niet-noodzakelijke behoeften
D
Secundaire behoeften

Slide 18 - Quiz

Secundaire behoeften zijn:
A
Playstation4
B
Brood
C
Trui
D
iPhone

Slide 19 - Quiz

Goederen die je meerdere keren kunt gebruiken zijn
A
verbruiksgoederen
B
gebruiksgoederen
C
goede goederen
D
langeduur goederen

Slide 20 - Quiz

Wat is GEEN voorbeeld van gebruiksgoederen
A
auto
B
snoep
C
wasmachine
D
scooter

Slide 21 - Quiz

verbruiksgoederen gebruik je maar één keer
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quiz

Wat is GEEN voorbeeld van verbruiksgoederen
A
koek
B
auto
C
tandpasta
D
chips

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Vidéo

huiswerk Paragraaf 1
Opdracht 1 tot met 7 en 10
+ rekentrainer
timer
20:00

Slide 25 - Diapositive