Formal writing - knowledge test

Recap formal writing 
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Recap formal writing 

Slide 1 - Diapositive

Test formal writing 
Je hebt donderdag 28 oktober de toets formeel/zakelijk schrijven. 
In deze les ga je nog even een keer checken of je alles weet wat je moet weten om deze toets tot een succesvolle toets om te draaien. 

GOOD LUCK! 

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je over..
formeel schrijven?

Slide 3 - Carte mentale

Het adres naar je wie je schrijft komt waar in je brief?
A
als 1e onderdeel links boven
B
als 1e onderdeel rechts boven
C
als 2e onderdeel links boven
D
als 2e onderdeel rechts boven

Slide 4 - Quiz

Hoe schrijf je de datum in je brief?

Slide 5 - Question ouverte

Wat mag je NOOIT doen in formeel schrijven?

Slide 6 - Question ouverte

Een passende aanhef is
A
Dear Jackson,
B
Dear sir/madam,
C
Dear mr Jones,
D
Hi Jackson,

Slide 7 - Quiz

Waar komt je eigen adres te staan?

Slide 8 - Question ouverte

Hoeveel paragrafen gebruik je MINIMAAL?

Slide 9 - Question ouverte

In welk onderdeel van je brief vertel je iets over jezelf/ stel je jezelf voor?

Slide 10 - Question ouverte

Een passende afsluitende groet is
A
Kind regards,
B
Yours sincerely,
C
Yours faithfully,
D
Best wishes,

Slide 11 - Quiz

Hoe check je of je voldoende woorden gebruikt?

Slide 12 - Question ouverte

Mag je met potlood schrijven?
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quiz

Mag je typ-ex gebruiken?
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quiz

Mag je iedere zin met I beginnen?
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quiz

Het aantal woorden mag je noteren maar dit hoeft niet.
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz

Tot slot 
  • Wees op tijd voor de toets aanwezig
  • Neem een pen mee (liefst 2 voor als 1 leeg is) 
  • Neem je eigen woordenboek mee (ENG-NL/NL-ENG)
  • Kras NIET in je toets en gebruik geen typ-ex
  • Schrijf woorden voluit , gebruik geen afkortingen. 

GOOD LUCK ON THURSDAY! 

Slide 17 - Diapositive

Wat is een passende afsluitende zin?

Slide 18 - Question ouverte