10-30 (bakken - buigen)
1 / 14
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
bakken - verleden tijd
Ik ... een taart.
Ik ... een taart.
Slide 2 - Question ouverte
bedenken - verleden tijd
Hij ... een plan.
Hij ... een plan.
Slide 3 - Question ouverte
beginnen - voltooide tijd
De les ... op tijd ...
De les ... op tijd ...
Slide 4 - Question ouverte
bekijken - voltooide tijd
Maak zelf een zin.
Maak zelf een zin.
Slide 5 - Question ouverte
besluiten - verleden tijd
We ... om niet op reis te gaan.
We ... om niet op reis te gaan.
Slide 6 - Question ouverte
bestaan - verleden tijd
Vroeger ... computers niet.
Vroeger ... computers niet.
Slide 7 - Question ouverte
bevallen - voltooide tijd
Sihams zus ... gisteren ...
Sihams zus ... gisteren ...
Slide 8 - Question ouverte
bewegen - verleden tijd
De man lag op de grond en ... niet meer.
De man lag op de grond en ... niet meer.
Slide 9 - Question ouverte
bezoeken - voltooide tijd
Maak zelf een zin.
Maak zelf een zin.
Slide 10 - Question ouverte
bijten - voltooide tijd
Die hond ... in mijn been ...!
Die hond ... in mijn been ...!
Slide 11 - Question ouverte
blijven - voltooide tijd
Maak zelf een zin.
Maak zelf een zin.
Slide 12 - Question ouverte
breken - verleden tijd
Hij ... zijn been op skivakantie.
Hij ... zijn been op skivakantie.
Slide 13 - Question ouverte
brengen - voltooide tijd
Maak zelf een zin.
Maak zelf een zin.
