5.1 Opvoeden

KNM
thema 5
opvoeding 
en onderwijs
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
knmVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

KNM
thema 5
opvoeding 
en onderwijs

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

intro thema 5

Geef antwoord op de volgende vragen
1. Wat is het VO?
2. Naar welke school wil het meisje? En wat wil de moeder?
3. Wat wil het meisje worden?

Slide 2 - Diapositive

1. het voortgezet onderwijs
2. Het meisje wil naar het vmbo, de moeder wil dat ze naar de havo of het vwo gaat.
3. Ze wil kapster of modeontwerpster worden
intro
1. In Nederland zijn een man en een vrouw allebei verantwoordelijk voor de opvoeding.
Wat vind je daarvan? Hoe is dat in jouw land?

2. Wat is 'zakgeld'?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

lees de tekst 5.1: Opvoeden
Lees de tekst en beantwoord (in tweetallen) de vragen: 
1. Wat betekent opvoeden?
2. Wat betekent 'een kind ontwikkelt zich'?
3. Wie is verantwoordelijk voor het gedrag van het kind?
4. Wanneer worden kinderen zelf verantwoordelijk?
5. Waar kun je naar toe of wat kun je doen als je hulp nodig hebt bij de opvoeding?
6. Wat is kinderbijslag?
7. Hoe lang krijg je kinderbijslag?
8. Wat is kindgebonden budget?
9. Kan ik kindgebonden budget aanvragen?

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

oefenen
spreekopdracht 
(5.1b)

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

oefenen
werkblad 5.1a

Vul in: 
Wat vind jij belangrijk?

1 = niet belangrijk
10 = belangrijk

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord past bij het plaatje?
A
verantwoordelijk
B
pesten
C
opvoeden
D
vrijheid

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord past bij
het plaatje?
A
pesten
B
recht hebben op
C
kinderbijslag
D
opvoeding

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Marie is 13 jaar. Ze heeft per ongeluk de telefoon kapot gemaakt.
Wie is verantwoordelijk?
Marie of haar ouders?
A
Marie
B
C
haar ouders

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kun je doen als je hulp nodig hebt bij de opvoeding van je kind?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

5.2 Kinderopvang
Lees de tekst (p. 55)
wat betekenen de blauwe woorden

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

(herhalingsvraag)
Iedereen in Nederland die kinderen heeft krijgt:
A
kindgebondenbudget
B
kinderopvangtoeslag
C
kinderbijslag

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

(herhalingsvraag)
Dit is extra geld voor de opvoeding.
Je krijgt dit geld van de Belastingdienst.
Je hoeft dit niet aan te vragen.
A
kindgebondenbudget
B
kinderopvangtoeslag
C
kinderbijslag

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

(herhalingsvraag)
Soms betaalt de Belastingdienst een deel van de kinderopvangkosten.
Dit heet:
A
kindgebondenbudget
B
kinderopvangtoeslag
C
kinderbijslag

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een andere naam voor kinderdagverblijf?

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Typ 3 dingen die je deze les hebt geleerd.

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Typ hier een vraag over iets wat je nog niet helemaal hebt begrepen.

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions