Unité 1: Sports et passions woordjes
1 / 21
La durée de la leçon est: 12 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
le jeu
A
het spel
B
het kaartje
C
de droom
D
de keer
Slide 2 - Quiz
gagner
A
ontmoeten
B
aanvallen
C
verdedigen
D
winnen
Slide 3 - Quiz
assez
A
verschillend
B
nogal
C
zwaar
D
nooit
Slide 4 - Quiz
les loisirs
A
de route
B
de wandeling
C
de toekomst
D
de vrije tijd
Slide 5 - Quiz
faire mal
A
bang zijn
B
pijn doen
C
hard werken
D
organiseren
Slide 6 - Quiz
la participation
A
de deelname
B
de voetbal
C
de competitie
D
de beginner
Slide 7 - Quiz
tout le monde
A
iedere dag
B
graag
C
samen
D
iedereen
Slide 8 - Quiz
je cours
A
ik ken
B
graag
C
ik ren
D
geloof je
Slide 9 - Quiz
l'équipe
A
de keeper
B
de tegenstander
C
het team
D
het avontuur
Slide 10 - Quiz
beaucoup
A
nooit
B
lezen
C
wat
D
veel
Slide 11 - Quiz
la fois
A
de voetbal
B
de keer
C
de speler
D
het kaartje
Slide 12 - Quiz
contre
A
tegen
B
sterk
C
oké
D
wat
Slide 13 - Quiz
ensemble
A
graag
B
samen
C
verschillend
D
schattig
Slide 14 - Quiz
l'avenir
A
de tegenstander
B
de ingang
C
de inschrijving
D
de toekomst
Slide 15 - Quiz
la promenade
A
de rivier
B
de wandeling
C
het vertrek
D
de blauwe plek
Slide 16 - Quiz
descendre
A
verdedigen
B
aanvallen
C
afdalen
D
ontmoeten
Slide 17 - Quiz
bonne chance
A
hard werken
B
graag
C
veel succes
D
iedere dag
Slide 18 - Quiz
rencontrer
A
bang zijn
B
het (ermee) eens zijn
C
lezen
D
ontmoeten
Slide 19 - Quiz
faire du vélo
A
paardrijden
B
fietsen
C
pijn doen
D
wandelen
Slide 20 - Quiz
le rêve
A
de tegenstander
B
de wedstrijd
C
de droom
D
het vertrek
