Verkeer Quiz 2021

Verkeer
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
VerkeerPraktijkonderwijsLeerjaar 3

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Verkeer

Slide 1 - Diapositive

Programma
  • Herhalen: verkeersborden
  • Verkeer Quiz! 

Slide 2 - Diapositive

Ik ben op de fiets.
Ik mag hier fietsen.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

Je moet hier... borden. Deze zijn rond en blauw.
Je mag hier niet... borden. Deze zijn rond en hebben een rode rand.
Kijk hier is ... borden. 
Deze zijn vierkant of rechthoekig en blauw.
Pas op ... borden. Deze zijn rood en driehoekig. De punt wijst naar boven.
Voorrangsbord: er komen haaientanden.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Haaientanden= voorrang geven(stoppen: verkeer van links en rechts mag eerst)

Slide 6 - Diapositive

bij de haaientanden moet je voorrang geven

Slide 7 - Diapositive

Je moet hier voorrang geven(stoppen) aan verkeer  van links en rechts.
Pas op, er wordt aan de weg gewerkt.
Kijk, hier is een woonerf. Je mag hier overal lopen, spelen en fietsen. 
Je mag hier niet fietsen. 
Je moet hier lopen.  

Slide 8 - Question de remorquage

Ik mag hier niet lopen.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Ik moet stoppen.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

Ik mag nu fietsen.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Vidéo

Mag je hier fietsen?
A
B

Slide 13 - Quiz

De auto's en fietsen moeten stoppen.
Ik mag nu eerst lopen.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Dit is goed.
A
Dit is goed
B
Dit is niet goed

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Vidéo

Mag de auto hier inrijden?
A
B

Slide 17 - Quiz

Dit is niet goed.
A
Dit is goed
B
Dit is niet goed

Slide 18 - Quiz


A
Dit is goed
B
Dit is niet goed

Slide 19 - Quiz

Welk bord betekent:
Je moet hier fietsen!
A
B
C

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Vidéo

Wie heeft hier voorrang(wie mag eerst)?
A
B

Slide 22 - Quiz

Wie mag eerst?
A
VO
B
LA

Slide 23 - Quiz

Wie mag eerst?
A
OR
B
AT

Slide 24 - Quiz

Wie mag eerst?
A
PM
B
NG

Slide 25 - Quiz

Verkeer van rechts
Verkeer van rechts heeft altijd voorrang.

Slide 26 - Diapositive

Wie mag eerst?
A
AN
B
NE

Slide 27 - Quiz

Wie mag eerst?
A
EM
B
DV

Slide 28 - Quiz

Wie mag eerst?
A
JE
B
OR

Slide 29 - Quiz

Wie mag eerst?
A
GA
B
NI

Slide 30 - Quiz

Wie mag eerst?
A
ET
B
AN

Slide 31 - Quiz

Welk bord betekent:
Pas op! Overstekende kinderen!
A
B
C

Slide 32 - Quiz

Welk bord betekent:
Je rijdt op een voorrangsweg.
(Jij mag eerst)

A
B
C

Slide 33 - Quiz


A
Let op! verkeer van rechts.
B
Verplichte rijrichting naar rechts.

Slide 34 - Quiz


A
Einde voorrangsweg
B
Nu moet ik oppassen. Rechts heeft voorrang
C
Voorrangsweg
D
Spoorweg overgang

Slide 35 - Quiz


A
Let op het overige verkeer
B
Je komt bij een voorrangsweg.
C
Het verkeer van links en rechts mag eerst.
D
Hier mag je niet verder rijden

Slide 36 - Quiz

wat betekent dit onderbord
A
Hier mogen alleen herenfietsen
B
Hier mag je je fiets neerzetten zonder trappers
C
Hier mag je de straat wel in fietsen
D
Alle fietsen mogen, uitgezonderd de herenfiets

Slide 37 - Quiz


A
Je komt in de buurt van een vliegveld
B
Hier kunnen raketten opstijgen
C
Jij rijdt op een voorrangsweg en moet voorrang krijgen
D
Kijk uit voor verkeer van rechts en links

Slide 38 - Quiz

wat vertelt dit onderbord mij
A
doorgaande bocht naar links met een zijstraat
B
Pas op! rechts heeft voorrang

Slide 39 - Quiz

Slide 40 - Vidéo

Waar zijn de tegels met ribbels voor?
A
Voor mensen die doof zijn.
B
Voor mensen met een bril.
C
Voor mensen die blind zijn.
D
Voor mensen in een rolstoel.

Slide 41 - Quiz


A
Hier komt de wind altijd uit het westen.
B
Pas op..kans op harde winden
C
Pas op...zijwind

Slide 42 - Quiz


A
Kijk, hier is een doorgang waar jij eerst mag
B
Tegenliggers hebben voorrang
C
Deze weg mag je alleen in rijden.

Slide 43 - Quiz


A
Fiets rustig door en als er niets aankomt mag je door
B
Je MOET hier stoppen
C
Dit bord geldt niet voor fietsers

Slide 44 - Quiz


A
kijk, hier is een doorgang waar jij eerst mag
B
Kijk goed om je heen voordat je verder gaat
C
Kijk, hier mag je voor en achteruit.
D
kijk, hier kan verkeer tegemoet komen rijden

Slide 45 - Quiz


A
Pas op, de weg maakt een bocht naar links
B
Pas op, de weg maakt een bocht naar rechts
C
Pas op, je moet hier naar rechts

Slide 46 - Quiz


A
Je moet hier voorrang krijgen
B
Kijk uit voor verkeer van links
C
Let op verkeer van rechts

Slide 47 - Quiz


A
Vanaf hier de straat in rijden
B
Kijk, hier is een eenrichtingsstraat
C
Je moet hier in rijden
D
Kijk, hier omhoog

Slide 48 - Quiz


A
Let op verkeer van rechts heeft voorrang
B
Hier moet jij voorrang krijgen
C
Voorrang hebben is geen voorrang nemen
D
Geen idee

Slide 49 - Quiz

Ik ken de verkeersregels
😒🙁😐🙂😃

Slide 50 - Sondage