2020-09-24 GTC6 Grieks Bacchae 191-198 en 215-247
Regel 191-194
Noteer een chiasme uit deze regels.
Noteer een chiasme uit deze regels.
1 / 10
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Regel 191-194
Noteer een chiasme uit deze regels.
Noteer een chiasme uit deze regels.
Slide 1 - Question ouverte
Regel 217: ἐκλελοιπέναι
Het perfectum duidt vaak een toestand/resultaat van een eerdere handeling aan. Beschrijf in eigen woorden om welke toestand het hier gaat.
Het perfectum duidt vaak een toestand/resultaat van een eerdere handeling aan. Beschrijf in eigen woorden om welke toestand het hier gaat.
Slide 2 - Question ouverte
Regel 220: τιμώσας
Geef adequaat grammaticaal commentaar.
Geef adequaat grammaticaal commentaar.
Slide 3 - Question ouverte
Regel 225: τὴν t/m Βακχίου
Waaruit blijkt dit volgens Pentheus? Baseer je antwoord op het voorafgaand vanaf regel 217.
Waaruit blijkt dit volgens Pentheus? Baseer je antwoord op het voorafgaand vanaf regel 217.
Slide 4 - Question ouverte
Regel 226-228
Welke tegenstelling wordt door μὲν ... δ΄ gemarkeerd?
Welke tegenstelling wordt door μὲν ... δ΄ gemarkeerd?
Slide 5 - Question ouverte
Regel 235-236
Wat is Pentheus' probleem met het uiterlijk van de vreemdeling?
Wat is Pentheus' probleem met het uiterlijk van de vreemdeling?
Slide 6 - Question ouverte
Regel 237: συγγίγνεται
Het gebruik van dit werkwoord in deze context is suggestief. Welke suggestie wordt gewekt?
Het gebruik van dit werkwoord in deze context is suggestief. Welke suggestie wordt gewekt?
Slide 7 - Question ouverte
Regel 239-245
Beschrijf in eigen woorden de twee elementen van de Dionysos-verering die Pentheus in deze regels noemt.
Beschrijf in eigen woorden de twee elementen van de Dionysos-verering die Pentheus in deze regels noemt.
Slide 8 - Question ouverte
Regel 246: κἀγχόνης
a. Welk verschijnsel? Noteer de naam.
b. Wat verbindt καί ?
a. Welk verschijnsel? Noteer de naam.
b. Wat verbindt καί ?
Slide 9 - Question ouverte
Beschrijf in maximaal vijf woorden
1. waar Pentheus in r. 215-232 met name tegen tekeer gaat.
2. waar Pentheus in r. 233-247 met name tegen tekeer gaat.
1. waar Pentheus in r. 215-232 met name tegen tekeer gaat.
2. waar Pentheus in r. 233-247 met name tegen tekeer gaat.
