Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Vidéo
Geef 5 voorbeelden van een niet empathische houding in het filmpje.
Slide 2 - Question ouverte
Verschillende soorten zorg:
- mantelzorg: familieleden, buren, vrienden
- professionele zorg: kraamzorg, verpleegkundige, tandarts, fysiotherapeut etc.
- vrijwilligerszorg: kan iedereen uitvoeren.
Klassikaal
Wat is het verschil?
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Slide 5 - Vidéo
Slide 6 - Vidéo
De onderstaande zinnen gaan over zorg. Sleep de juiste soort zorg naar de bijbehorende omschrijving.
zelfzorg
mantelzorg
eerste-
lijnszorg
tweede-
lijnszorg
Rachid laat de hond van zijn zieke buurvrouw uit.
Bea gaat bij de kaakchirurg haar verstandskies laten trekken.
Hanna heeft hoofdpijn. Ze neemt een paracetamol.
De moeder van Jasper brengt hem kippensoep omdat hij ziek op bed ligt.
Sacha gaat naar de huisarts. Ze heeft last van haar buik.
De hartchirurg bespreekt de operatie met meneer de Bruin.
Door het thuiswerken heeft Maartje last van haar nek en schouders. Ze maakt een afspraak bij de fysiotherapeut.
Slide 7 - Question de remorquage
ZELFZORG
PROFESSIONELE ZORG
MANTELZORG
Slide 8 - Question de remorquage
Is er in de volgende situaties sprake van mantelzorg of van vrijwilligerswerk?
Sleep de zin naar de juiste situatie.
Mantelzorg
vrijwilligerswerk
1. Meneer en mevrouw Driessen zorgen één dag in de week voor hun kleindochter die een verstandelijke beperking heeft.
2.Meneer Jacobs gaat iedere week een uurtje wandelen met een bewoner van het zorgcentrum bij hem in de buurt.
3. Mevrouw Bos is verpleegkundige. Zij verzorgt ieder jaar een week lang mensen met een beperking op een vakantieschip. Dit doet zij tijdens haar eigen vakantie, onbetaald.
4. Mevrouw Badul zorgt voor haar man die longkanker heeft.
Slide 9 - Question de remorquage
zelfzorg
mantelzorg
eerstelijns
zorg
tweedelijns
zorg
hoestdrank kopen bij de drogist
je laat de hond uit van je zieke buurvrouw
Je gaat naar de huisarts voor een blaasontsteking
je moet naar de KNO arts voor controle voor je astma
Slide 10 - Question de remorquage
1e lijns zorg
2e lijnszorg
huisarts
chirurg
Tandarts
fysiotherapeut
orthopeed
maatschappelijk werker
dermatoloog
apotheker
keel-, neus-, oorarts
apotheker
orthodontist
mondhygiënist
gynaecoloog
internist
Slide 11 - Question de remorquage
Slide 12 - Diapositive
Wat hebben jullie geleerd deze les?
Hoe vonden jullie de les?
Slide 13 - Diapositive
Intramurale zorg en extramurale zorg
Slide 14 - Diapositive
Een medewerker van de thuiszorg die een zorgvrager thuis doucht.
A
Intramuraal
B
Extramuraal
Slide 15 - Quiz
Intramurale zorg
Tweedelijnszorg
Eerstelijnszorg
Ambulante zorg
Zorg die direct toegankelijk is, zoals die van de huisarts.
Zorg die buiten de muren van de instelling plaatsvindt.
Zorg waar de patiënt een verwijzing voor nodig heeft.
Zorg die binnen de muren van de instelling plaatsvindt.
Slide 16 - Question de remorquage
Een fysiotherapeut die bij de mensen thuis komt voor de oefeningen.
A
Intramuraal
B
Extramuraal
Slide 17 - Quiz
Een zorgvrager die in een verpleeghuis woont, gaat naar de verpleeghuisarts
A
Intramuraal
B
Extramuraal
Slide 18 - Quiz
De ergotherapeut bekijkt de rolstoel van mevrouw Jansen die in een woning van kleinschalig wonen verblijft.