H2.2 Eigenschappen van materialen

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Leerdoelen

- Je kan 5 verschillende eigenschappen van materialen benoemen.

1. Buigsterkte

Hierbij test je hoe ver het materiaal kan buigen voordat het breekt.

Een kleine buigsterkte betekent dat het materiaal snel breekt.

2. Stijfheid

Bij stijfheid test je bij welke kracht het materiaal gaat buigen. 

Belangrijk verschil met buigsterkte is dat het materiaal bij test test heel blijft.

3. Magnetische eigenschappen

4. Elektrische eigenschappen

Sommige materialen kunnen stroom geleiden (het overbrengen van elektrische ladingen).

Alle metalen hebben bijvoorbeeld deze eigenschap!

5. Elasticiteit

Hierbij test je de eigenschap hoe ver iets terug kan veren. Het materiaal moet terugkomen in de orginele vorm

welke
materiaaleigenschap
zie je hier ?

1. Magnetische eigenschappen
2. Elektrische eigenschappen
3. Buigsterkte
4. Stijfheid

Welk materiaal zal een kleinere buigsterkte hebben?

1. Staal
2. Vurenhout

welke
materiaaleigenschap
zie je hier ?

1. Magnetische eigenschappen
2. Elektrische eigenschappen
3. Buigsterkte
4. Stijfheid

In elektrische apparatuur worden koperdraden gebruikt. Van welke eigenschappen van metalen wordt gebruik gemaakt?

1. Glimmen
2. Geleiden
3. Makkelijk vervormbaar
4. Zowel A, B als C

Welke polen van magneten stoten elkaar niet af?

1. noordpool-noordpool
2. zuidpool-zuidpool
3. noordpool-zuidpool
4. Polen stoten elkaar altijd af.

Bij welke eigenschap hoort de term geleiden

1. Stijfheid
2. Buigsterkte
3. Elektrische eigenschappen
4. Magnetische eigenschappen

Alle metalen zijn magnetisch.

1. Waar
2. Niet waar

Temperatuur is een

1. Grootheid
2. Eenheid

Alle metalen hebben elektrische eigenschappen

1. Waar
2. Niet waar

Hieronder staan 2 eenheden en 2 grootheden. Kies een eenheid!

1. Afstand
2. Kilometer
3. Massa
4. Kilogram

7 dm3 =

1. 7000 cm3
2. 70 cm3
3. 700 cm3
4. 7 cm3

4,5 dm3 =

1. 45000 L
2. 45 L
3. 0,0045 L
4. 4,5 L

Leerdoelen

- Je kan 5 verschillende eigenschappen van materialen benoemen.

Opdracht

- Zoek 4 verschillende materialen.

- Zoek verschillende voorbeelden van de materialen.

- Zoek materiaal eigenschappen bij de voorbeelden.

- Mogelijk kan je iets over een grootheid of eenheid bij het materiaal zetten.

- Gebruik je lastige woorden, schrijf de betekenis in eigen woorden erbij.

Klaar? Zoek informatie over een molecuul.