Les 1 (Week 2, 8/01 - Periode 2) - H1A

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Dagopening: "Pinpas vergeten"

• Zou jij iemand helpen die je niet kent?

1HV1 Première leçon

Les objectifs :

• /

Le programme :

• Herhaling: Klas regels
• Wat weet je nog van Chapitre 1 en 2?

Lundi 8 janvier

Le matériel

• Grandes Lignes (boek & online) 
• Een schrift 
• Etui + pennen
• Een (opgeladen) computer als het nodig is

Les règles

• Op tijd 
• Toilet = niet als je net van een pauze komt
• Spullen in orde (huiswerk + materiaal)
• Vraag of opmerking ? Hand opsteken !
• Telefoon in de telefoon tas als je binnen komt. (ophalen bij de receptie)
• Elkaar Luisteren & Respecteren.

• Iets niet in orde (hw niet af, boeken niet bij je, etc.)? Laat het me even weten aan het begint van de les. 

• Herhaal grammatica & woordjes regelmatig! (Blooket, Quizlet, WRTS)
• Stel vragen als je iets niet (zeker) weet.
• Als je heb iets nodig, ik luister en help je graag.

Tips 

Se présenter en Français

1. Bereid je voor om jezelf in het Frans voor te stellen (je kan iets schrijven, of met je buurman/buurvrouw oefenen).

Denk aan: naam, leeftijd, woonplaats, nationaliteit, familie, hobby (minimaal 4 dingen)

2. Probeer je voor te stellen aan de klas

Je suis.../j'ai...                  J'habite à...

J'aime/j'adore...             Mon hobby est...

treize, quatorze, quinze (ans)

soeur, frère

Ik ga de bal naar iemand gooien en die moet zich voorstellen. (Ik begin), 

Dan gooit de persoon de bal zachtjes naar een andere leerling die zich moet voorstellen enz.  

Een werkwoord op -er,
hoe maak je die?

Wat zijn de uitgangen van de werkwoorden op -er?

Les nombres

(er blijven een paar getallen over)

quatre

six

sept

neuf

deux

quinze

trente-huit

quatorze

quarante et un

dix-sept

dix-neuf

douze

vingt

soixante-cinq

2

4

6

7

9

38

17

41

20

12

22

14

15

19

65

39

43

j'ai
tu as
il/elle/on a
nous avons
vous avez
ils/elles ont

Combineer de juiste vorm van 'avoir' met het onderwerp

Grammaire 'Avoir'  hebben

ik heb

jij hebt

hij/zij/men heeft 

wij hebben

jullie hebben/ u heeft

zij hebben

Dictée Apprendre A, B, C

1) Pak je scrift.

2) Scrijf eerste allee woorden die ik zeg en daarna de vertaling.

Faire: 2a, 3, 4ab p.58-61

Prends ton livre, p.58, un stylo en doe mee!

Apprendre A (10 woordjes + 3 zinnen) p.88

Temps de travail individuel

Maak de oefen toets online via jouw online methode. Gebruik jouw oortjes/koptelefoon.

Klaar?

Opdr. 33ab p.49 / Leren voor de Repetitie.

Les devoirs pour Mardi 9 Janvier

LAPTOP EN OOTJES MEE !!