Short Stories H4 HLZ

Short Stories H4 HLZ
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Short Stories H4 HLZ

Slide 1 - Diapositive

Geef een ander woord voor het "plot" van een verhaal

Slide 2 - Question ouverte

Wat is de "setting" van een verhaal?

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Diapositive

Wie is de auteur van Death by Scrabble?

Slide 5 - Question ouverte

Wat is het vertellersperspectief in Death by Scrabble?

Slide 6 - Question ouverte

Welk woord speelt de man op het bord om zijn theorie te testen over de woorden?
A
FLY
B
SEIZURE
C
WASP
D
MUSIC

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

Hoe heetten de drie oudere kinderen in Genesis and Catastrophe?
A
Gustav, Otto and Ina
B
Gustav, Otto en Ida
C
Gunnar, Ottar en Ina
D
George, Owen en Ian

Slide 9 - Quiz

Wat zei de man van Klara over zijn kinderen?
A
Dat ze klein en lelijk zijn
B
Dat ze klein maar sterk zijn
C
Dat ze klein en lief zijn
D
Dat ze klein en zwak zijn

Slide 10 - Quiz

LAMB TO THE SLAUGHTER

Slide 11 - Diapositive

Wat weet je
over de schrijver?

Slide 12 - Carte mentale

Hoe wordt Mary Maloney aan het begin van het verhaal niet neergezet?
A
Als een zwangere vrouw die thuis zit
B
als een toegewijde maar onwetende echtgenote
C
Als een aanbidster die straalt
D
Als een uitgekiende en berekende hoofdpersoon

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Hoe reageert Mary op het slechte nieuws?
A
Ze grijpt de lamsbout en slaat Patrick ermee neer.
B
Haar handelingen kalm totdat ze ontwaakt van de schok.
C
Ze is woedend en slaat zijn hersenen in
D
Ze doet alsof ze kalm is, maar vervolgens vermoordt zij hem.

Slide 15 - Quiz

Wat is de climax
van dit verhaal?
A
Mary belt de politie
B
Politie eet de lamsbout op
C
Mary slaat Patrick neer
D
Mary gaat boodschappen doen.

Slide 16 - Quiz

Schrijf in het Nederlands op wat een antagonist is?

Slide 17 - Question ouverte

Waarom gaat zij boodschappen doen?
A
Ze heeft groenten nodig voor bij het avondeten
B
De Politie zou haar nooit geloven als ze de lamsbout zou opdienen zonder groenten.
C
Ze heeft frisse lucht nodig om te bedenken wat haar vervolgstap zou moeten zijn.
D
Ze zorgt hiermee voor een alibi

Slide 18 - Quiz

Wat is de meeste ironische zin in het verhaal?
A
Get the weapon, and you’ve got the man
B
That’s why it ought to be easy to find.
C
Probably right under our very noses
D
She wants us to finish it. She said so. Be doing her a favor

Slide 19 - Quiz

-

Slide 20 - Diapositive

How does the author create an opportunity for Vera to tell her lengthy flashback?
A
The events she describes occured 3 years earlier
B
The hunting party is late returning
C
Vera speaks rapidly and dramatically
D
Mr. Nuttel has to wait some time for Vera's aunt to appear

Slide 21 - Quiz

How does Vera's fanciful flashback have ironic consequences?
A
Vera's aunt is puzzled by Mr. Nuttels abrupt departure
B
Visiting his neighbors does nothing to help Framton's nerves
C
The hunting party looks exactly the way Vera described it
D
Mr. Nuttel believes every word of Vera's tall tale

Slide 22 - Quiz

Why does Framton deseperately want to change the topic with Mrs. Sappleton?

Slide 23 - Question ouverte

The ending is an example of..
A
a symbol
B
a conflict
C
a plot twist
D
satire

Slide 24 - Quiz