werkwoordspelling 15

• Spelling
• Basisschool
• Groep 8

achterhalen
Al is de leugen nog zo snel, de waarheid ... haar wel

1. achterhaald
2. achterhaaldt
3. achterhaalt
4. achterhield

omhelzen
Toen ... de vriendinnen elkaar

1. omhelsden
2. omhelsten
3. omhelsde
4. omhielsen

handhaven
De politie heeft de orde in het land ...

1. handgehaafd
2. gehandhaafd
3. gehandhaaft
4. gehandhaafdt

aanraden
Het ... boek bevalt me niet

1. aangeraadde
2. aangeraade
3. aangerade
4. aangeraden

aantasten (v.t.)
Het vuur ... de mouwen van de jas ...

1. tastte aan
2. taste aan
3. tasde aan
4. tast aan

ondervragen (t.t.)
Mijn vader ... me over mijn late thuiskomst

1. ondervraagdt
2. ondervraagt
3. ondervraagd
4. ondervroeg

overschrijden
De kinderen hebben de regels ...

1. overschreden
2. overschrijden
3. overschijd
4. overschijdt

opeten
De ... peer bleek niet rijp te zijn

1. opgegete
2. opgegeten
3. gegeten

omschrijven (v.t.)
Juf ... het voorval op de speelplaats als onzin

1. omschreef
2. omschrijft

overkomen
De boodschap is luid en duidelijk ...

1. overkomen
2. over gekomen
3. overgekomen

herinneren (t.t.)
Ik ... me Michiel nog van vroeger

1. herriner
2. herinnerde
3. herinner
4. herrinner

aankloppen (v.t.)
Mijn zus ... bij onze buren ...

1. klopt aan
2. klopte aan
3. klopde aan
4. klopten aan