10.4: Voortplanting met bloemen

• Biologie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

10 Voortplanting

10.4 Voortplanting met bloemen

(je hoeft niet in te loggen)

Leerdoelen

1. Je kunt uitleggen welke delen van een bloem voor voortplanting zorgen.
   
2. Je kunt beschrijven hoe de bestuiving bij insectenbloem en bij windbloemen gaat.
   
3. Je kunt uitleggen hoe de bevruchting van eicellen door stuifmeelkorrels bij een bloem gaat.
   
4. Je kunt uitleggen hoe na bevruchting vruchten en zaden ontstaan.
   
5. Je kunt drie manieren beschrijven waarop planten hun zaden verspreiden
   
6. Je kunt de levenscyclus van een plant beschrijven

Mensen

Voortplantingsorganen:

 Penis en vagina

Voortplantingscellen:

Zaadcellen (mannelijk) en eicellen (vrouwelijk)

Planten

Voortplantingsorganen: Bloemen

Voortplantingscellen: Stuifmeelkorrels (mannelijk) en eicellen (vrouwelijk)

Waarvoor heeft een plant bloemen?

Stuifmeelkorrels (mannelijk)

Ontstaan in meeldraden

Eicellen (vrouwelijk)

Ontstaan in de zaadbeginsels

Insecten lokken met:

• Kroonbladeren
• Nectar

Hoe komen stuifmeelkorrels en eicellen bij elkaar?

Bestuiving = het verplaatsen van stuifmeel van de meeldraden van de ene bloem naar de stamper van een andere bloem van dezelfde soort

Bevruchting = Het samensmelten van de celkernen.

Insectenbloem

Windbloem

Bestuiving

Insectenbloemen = bloemen die door insecten worden bestoven

• Geur
• Opvallende kroonbladeren
• Nectar

Windbloemen = bloemen die door de wind worden bestoven

• Klein
• Groen
• Geen nectar

Bevruchting

Doen

Leren 10.4 en maken opdracht 1 - 15

Hoe ontstaan vruchten en zaden?

Bloemen verschrompelen

Bevruchte eicellen (in het zaadbeginsel) --> zaden

Vruchtbeginsel --> vrucht

Hoe verspreiden planten hun zaden?

Verspreiding door dieren
- sommige zaden zijn kleverig of stekelig, blijven plakken aan vacht
- sommige zaden zijn eetbaar (vruchten), komen met ontlasting weer naar buiten (verspreiding over grote afstand)

Verspreiden door de wind
- zaden zijn heel licht en hebben aanpassingen waardoor ze kunnen zweven
- paardenbloemenzaadjes hebben een parachuutje en esdoornszaadjes een vleugel

- vruchten knappen open door bijv. warmte, aanraking of regendruppels

- een Springbalsemien kan zaden wel 4 meter ver schieten

Verspreiden door de plant zelf

Hoe komt een plant uit een zaadje?

• Als er een nieuw plantje uit een zaadje groeit, dan noem je dat ontkiemen. 

• De kiem, is eigenlijk een mini-plantje. 

• In de zaadlobben zit heel veel reservevoedsel waardoor de kiem goed kan groeien na de ontkieming.

• Om het zaadje heen zit de zaadhuid.

Levenscyclus van een plant

Tijdens de kieming doet de plant nog niet aan fotosynthese. 

- Waarom niet?

- Waar haalt de kiem zijn voedingsstoffen dan vandaan?

Doen

Leren 10.4 en maken opdracht 16 - 29