Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Hoe worden vragen bij het examen Geschiedenis gesteld?
Slide 1 - Diapositive
Leg uit
waardoor...
waarom...
welk(e)...
met een of twee voorbeelden...
Slide 2 - Diapositive
Noem
Geef
een kenmerk...
een reden of motief...
een argument...
een voorbeeld uit...
een/dit begrip...
een overeenkomst...
een verschil...
per onderdeel aan...
per omschrijving aan...
een verklaring...
Slide 3 - Diapositive
Welk(e)
kenmerk(en) hoort/ horen...
standpunt(en) hoort/ horen...
afbeelding(en) hoort/ horen...
voorbeeld(en) hoort/ horen...
gebeurtenis(sen) hoort/horen...
Slide 4 - Diapositive
Welk(e)
voorbeeld(en) is zijn/juist...
uitspra(a)k(en) is zijn/juist...
kenmerk(en) is zijn/juist...
Slide 5 - Diapositive
Licht
dit toe...
met voorbeelden toe...
Als er gevraagd wordt naar voorbeelden uit de bron(nen), dan moet je dit ook doen!
!
Slide 6 - Diapositive
Zet de
gebeurtenissen in de juiste volgorde...
afbeeldingen in de juiste volgorde...
onderdelen in de juist volgorde...
In principe altijd: van vroeger naar later.
!
Slide 7 - Diapositive
Let op!
oorzaken of gevolgen...
voorbeelden of voordelen...
kies uit...
verschijnsel...
andere (voorbeelden)...
bruikbaar of niet bruikbaar...
betrouwbaar of niet betrouwbaar...
politiek of historisch (argument)...
theorie of praktijk...
Dit zijn woorden die vaak gebruikt worden. Lees dus goed wat er staat!
!
Slide 8 - Diapositive
Om te
onthouden
De opdracht wordt aangegeven met '⇒'...
Regel overslaan tussen elke opdracht...
Hoofdletter gebruiken bij meerkeuze...
Niet meer antwoorden invullen dan gevraagd...
Beantwoord elk onderdeel van de vraag...
Altijd iets invullen...
Het bijschrift geeft veel informatie...
'Uit de bron' gebruiken, ook echt 'uit de bron' halen...
'Let op!' betekent dus opletten...
Herstel fouten duidelijk...
Gebruik de juiste opdrachtnummering...
Werk sommige antwoorden eerst in klad uit...
Slide 9 - Diapositive
En 'Doe het zo'....doe je ook zo!
Niet alleen voor degenen die het nakijken, maar ook omdat het je helpt bij het beantwoorden van de vraag en het formuleren van een goed antwoord!
!
Slide 10 - Diapositive
Achteraf
Kijk uit met het thuis 'nakijken' van je examen: eigenlijk alleen de gesloten vragen kun je nakijken...
Geef jezelf niet 'zomaar' punten bij open vragen...
Ga het puntentotaal niet op een site invoeren voor een voorlopig cijfer...écht volkomen zinloos...
Niet bij je leraar vragen of je het goed hebt gemaakt: hij kan en mag niets zeggen...
Het klinkt misschien een beetje flauw, maar jouw geschiedenisleraar heeft minimaal 4 jaar gestudeerd om les te mogen geven en/of je examen na te kijken. En dan nog moet hij soms heel goed nadenken over jouw antwoord én advies vragen aan een andere leraar.
Door even het antwoordmodel van het examen erbij pakken en jouw antwoorden vergelijken ("Dit heb ik ook ongeveer geantwoord..."), reken je jezelf misschien wel veel te rijk.
En dan de sites waarop je je punten kunt invoeren voor een cijfer. Deze sites gaan uit van een normering tussen de 0,0 en de 2,0. Dit betekent ongeveer dat het cijfer dat je hieruit krijgt 2 hele punten kan verschillen. Dus bijvoorbeeld tussen een 5,0 en een 7,0! En dan ga je nog steeds uit van punten die je jezelf hebt gegeven...
En niet geheel onbelangrijk: de normering van vorig jaar is weer anders dan dit jaar!
Deze wijze van normering geldt overigens voor al jouw examens!