Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
KNM
thema 4
gezondheid
Slide 1 - Diapositive
4.7 De zorgverzekering
Lees de tekst op blz. 51
basisverzekering: Deze verplichte verzekering betaalt de kosten van de huisarts, de ambulance en de meeste kosten van het ziekenhuis en van medicijnen.
aanvullende verzekering: Deze extra verzekering vergoedt meer kosten dan de basisverzekering. Bijvoorbeeld de kosten van de tandarts, de fysiotherapeut of een psycholoog.
luister hier
vergoeden: iets voor iemand betalen
Slide 2 - Diapositive
Welke 2 soorten zorgverzekering ken je?
Slide 3 - Question ouverte
Is een zorgverzekering verplicht?
A
Ja, alle Nederlanders moeten een basisverzekering en de aanvullende verzekering hebben.
B
De basisverzekering is verplicht en de aanvullende verzekering is niet verplicht.
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Diapositive
Een verzekering kiezen
Lees de tekst op blz. 51
verzekeringsmaatschappij: het bedrijf waar je een verzekering kunt afsluiten.
premie: het geld dat je betaalt voor een verzekering.
luister hier
toeslag: geld dat je kunt krijgen van de Belastingdienst, als je niet veel verdient.
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Wat is de premie?
A
een vergoeding
B
een eigen bijdrage
C
het eigen risico
D
het geld dat je betaalt voor de verzekering
Slide 9 - Quiz
Waar kun je zorgtoeslag aanvragen?
Slide 10 - Question ouverte
Moet ik mijn kind aanmelden bij de zorgverzekering?
A
Ja
B
Nee
Slide 11 - Quiz
Het eigen risico
Lees de tekst op blz. 51
eigen risico: het deel van de kosten dat je zelf moet betalen. Bijvoorbeeld: De ziekenhuiskosten zijn € 1.000,-. Ik moet € 385,- zelf betalen, want dat is het eigen risico. De rest betaalt de verzekering.
luister hier
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Declareren
Lees de tekst op blz. 51
declareren: geld terugvragen bij de verzekeringsmaatschappij.