Hoofdletters en leestekens (opdr 9 tm 13) (SLR)

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

Hoofletters en leestekens

taalverzorging 1

spelling

Lesdoelen

Na deze les

- kun je de regels van hoofdlettergebruik toepassen

- kun je de leestekens (punt, uitroepteken en vraagteken) op een juiste manier toepassen in een zin. 

Wanneer moet je een hoofdletter gebruiken?

Regels hoofdletters

Je schrijft een hoofdletter

- Bij het eerste woord van een zin. 

- Bij een naam.

- Bij een titels van een boek of film. 

Regel 1: begin van een zin

Aan het begin van een zin:

• Je begint een zin met een hoofdletter. Kijk maar: 

De klas leert vandaag de regels voor hoofdletters. 

Het is niet zo moeilijk.

Regel 2: namen van personen

Je schrijft een hoofdletter bij voor- en achternamen, doopnamen en voorletters:

• Elisabeth Sarah Jansen

Aanspreektitels (mevr.) en tussenvoegsels (van der) krijgen geen hoofdletter.

• fam. Berkmans
• Bert van den Brink

let op! 

Merken, organisaties, straatnamen en plaatsnamen zijn ook namen! 

bijvoorbeeld: 

Apple, Greenpeace, Kerkstraat, Eindhoven

Coca Cola, Unicef, Dorpstraat, Amsterdam 

Regel 3: titels

Je schrijft een hoofdletter bij titels van 

• boeken
• films
• series

Hoe schrijf je:
mevrouw hamers

1. Mevrouw hamers
2. Mevrouw Hamers

Hoe schrijf je:
engels drop

1. Engelse drop
2. engelse drop

Hoe schrijf je:
januari

1. Januari
2. januari

Hoe schrijf je:
's hertogenbosch

1. 's hertogenbosch.
2. 's Hertogenbosch.
3. 'S Hertogenbosch

Hoe schrijf je:
op dinsdag gaan we naar de maas

1. Op dinsdag gaan we naar De Maas.
2. Op Dinsdag gaan we naar De Maas.
3. Op dinsdag gaan we naar de Maas.
4. Op dinsdag gaan we naar De maas.

Wat is goed geschreven?

1. meneer Jansen
2. Meneer Jansen
3. meneer jansen

Wat is goed geschreven?

1. Lisa de Vries - de Groot
2. Lisa De Vries - De Groot
3. Lisa De Vries - de Groot

Wat is goed geschreven?

1. Cupcakecup
2. cupcakecup

Wat is goed geschreven?

1. boer zoekt vrouw
2. Boer zoekt vrouw

Theorie leestekens

Leestekengebruik is belangrijk! Het zorgt ervoor dat je tekst soepel leest.

PUNT

Je schrijft een punt:

- aan het einde van de zin

- bij veel afkortingen

- na een voorletter

UITROEPTEKEN

Je schrijft een uitroepteken:

- na een uitroep. 

- na een waarschuwing.

- na een bevel. 

Vraagteken

Je schrijft een vraagteken:

- na een vragende zin. 

Welk leesteken moet aan het eind van deze zin?

Kom hier

1. ! (uitroepteken)
2. ? (vraagteken)
3. . (punt)

Welk leesteken moet aan het eind van deze zin?

Weet jij hoe laat het is

1. ! (uitroepteken)
2. ? (vraagteken)
3. . (punt)

Welk leesteken moet aan het eind van deze zin?

Ik ga morgen kleren kopen in de stad

1. ! (uitroepteken)
2. ? (vraagteken)
3. . (punt)

SO ALERT!!

Noteer het SO  in je agenda. 

Het komt ook in Magister te staan. 

SO SPELLING

Leer het leerblad

Huiswerk voor de volgende les op volgende slide!

Huiswerk

maak opdracht 9 tm 13 

blz 33 tm 36