7.1 een constant inwendig milieu en 7.2 De lever

• Biologie
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 4

planning

1. PTA planning bekijken

2. uitleg 7.1

3. zelf aan de slag

4. uitleg 7.2 

PTA

Leerdoel bij 7.1 Een constant inwendig milieu

• Je kunt beschrijven hoe bij de mens een constant inwendig milieu heeft

Alle organen samen zorgen voor een constant inwendig milieu

- Het constant houden van het inwendig milieu vindt plaats door opname, opslag en uitscheiding van stoffen.

- Hormonen, zintuigen en zenuwcellen spelen hierbij een belangrijke rol. 

Inwendig milieu:	- De weefselvloeistof - Het bloedplasma
Uitwendig milieu:	- De omgeving om je heen - Lucht in je longen - Inhoud in je darm kanaal

7.1 Een constant inwendig milieu

Dit is een aantekening

Constant inwendig milieu

Je lichaam probeert het inwendig milieu hetzelfde te houden (constant).

Alles waar je teveel van krijgt wordt uitgescheiden of opgeslagen.

Mag niet in het bloed blijven!

Als je tekort hebt gaat je lichaam de opgeslagen stoffen gebruiken.

Hormonen, zintuigen en zenuwcellen zijn belangrijk voor een constant inwendig milieu. Denk bv. aan insuline.

Constant inwendig milieu

• Zintuigen 

gevoelszenuwen registreren of het inwendig milieu te veel of te weinig van iets bevat

• Zenuwstelsel

Geeft signalen door

• Hormonen

Geven instructies aan organen om stoffen op te slaan of uit te scheiden

Constant inwendig milieu

• De hoeveelheid verschillende stoffen in je bloed is steeds ongeveer gelijk.
• Als er te veel van een stof in je bloed zit, kan je lichaam de stof opslaan
• Vet wordt bijvoorbeeld opgeslagen onder de huid en in het gele beenmerg

Constant inwendig milieu

Zintuigcellen

Zenuwcellen

Hormonen

Helpen allemaal bij regelen van constant inwendig milieu

Aan de slag

Lees 7.1. vanaf blz. 130 t/m 132

werkboek 144-146

Maak opdracht 1 t/m 4 in BVJMAX

§7.2 De lever

Lesdoel:

• Je kunt de functies van de lever noemen
• Je kunt omschrijven wat hepatitis is

tweede grootste orgaan in lichaam, 2 kilo, kan zelf weer aangroeien

7.2 De lever

Leverslagader: zuurstofrijk bloed stroomt naar de lever

Poortader: zuurstofarm bloed vanuit de wand van het darmkanaal

Leverader: zuurstofarm bloed stroomt van de lever

Dit is een aantekening

Hepatitis

• Leveronsteking (virus)
• Een besmet persoon heeft Hepatitis 

Hepatitis B

- bloed, sperma, vaginaal vocht

- eerst milde verschijnselen

- later leverkanker of levercirrose

vaccinatie tegen hepatitis

Functies van de lever

Tekst

Opdracht in duo's: 
Lees blz.  133. 
Zoek de functies van de lever en schrijf deze op met uitleg

1. Constant houden van het glucosegehalte

• Glucose wordt omgezet in glycogeen
• Glycogeen wordt opgeslagen in de lever 

Denk aan de rol van de hormonen insuline en glucagon

2. Bewerken van voedingsstoffen

• Fibrinogeen vormen uit eiwitten 

3. Produceren van gal

• De lever vormt gal
• Gal wordt opgeslagen in de galblaas
• Via de galbuis wordt gal aan de twaalfvingerige darm gevoerd
• Gal emulgeert vetten 

Afvalstoffen afbreken

• Doden rode bloedcellen:

      hierbij ontstaan galkleurstoffen; dit geeft een   

      bruine kleur aan de ontlasting.

• Overtollige eiwitten afbreken

      Hierbij ontstaat de giftige stof ureum. Dit           

      wordt aan het bloed afgegeven en via de 

      nieren uitgescheiden

Gifstoffen uit het bloed halen

• Alcohol, drugs en medicijnen afbreken (bijvoorbeeld)
• Afgebroken gifstoffen worden uitgescheiden via de nieren

Maken

• Blz. 147-148
• opdracht 6 en 7