Paragraaf 2.2 (1HVC)

Paragraaf 2

Hoofdstuk 2 
Wat ga je doen?



-> Lezen § 2.2

-> Aan de slag

-> Afronding


 
De bevolking groeit en vertrekt
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Paragraaf 2

Hoofdstuk 2 
Wat ga je doen?



-> Lezen § 2.2

-> Aan de slag

-> Afronding


 
De bevolking groeit en vertrekt

Slide 1 - Diapositive

Paragraaf 2

Hoofdstuk 2 
Wat ga je doen?



-> Lezen § 2.2

-> Aan de slag

-> Afronding


 
De bevolking groeit en vertrekt.
leerboek of methodesite

Slide 2 - Diapositive

Opdracht

-> Heb je de tekst goed
     gelezen?

-> Beantwoord dan de
     vragen op de
     volgende dia's.
 

Slide 3 - Diapositive

Wat is de titel van § 2.2?

Slide 4 - Question ouverte

Wat ga ik volgens de blauwe intro-tekst leren in deze paragraaf?

Slide 5 - Question ouverte

Welk opvallend weetje staat er vermeld in de blauwe intro-tekst?

Slide 6 - Question ouverte

Wat bedoelen we met het begrip 'leeftijdsopbouw'?
(Zie begrippenlijst)

Slide 7 - Question ouverte

Wat bedoelen we met een bevolkingsgrafiek?
(Zie begrippenlijst, deze heb je weleens getekent)

Slide 8 - Question ouverte

Wat is kenmerkend voor de bevolkingsgrafiek van een rijk land, zoals Japan? (lees tekst + zie bron 7)

Slide 9 - Question ouverte

Wat is kenmerkend voor de bevolkingsgrafiek van een arm land, zoals Uganda? (lees tekst + zie bron 7)

Slide 10 - Question ouverte

Welk ander woord voor 'verhuizen' wordt in de tekst genoemd? (dikgedrukt!)

Slide 11 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen binnenlandse en buitenlandse migratie?

Slide 12 - Question ouverte

Welke twee soorten buitenlandse migranten worden in de tekst genoemd?

Slide 13 - Question ouverte

De bevolking van een gebied kan groeien door:
- natuurlijke bevolkingsgroei
- sociale bevolkingsgroei
Wat betekenen deze begrippen? (zie tekst / begrippenlijst)

Slide 14 - Question ouverte

Welke 4 redenen kunnen mensen hebben om te migreren? Geef bij elke reden steeds één voorbeeld.

Slide 15 - Question ouverte

Sommige migranten worden 'arbeidsmigrant' of 'vluchteling' genoemd. Wat is de betekenis van deze namen? (zie tekst of begrippenlijst)

Slide 16 - Question ouverte

Sommige migranten worden 'arbeidsmigrant' of 'vluchteling' genoemd. Wat is de betekenis van deze namen? (zie tekst of begrippenlijst)

Slide 17 - Question ouverte

Buitenlandse migranten kunnen naar een land komen vanwege 'gezinsvorming' en 'gezinshereniging'. Wat betekenen deze begrippen? (zie tekst of begrippenlijst)

Slide 18 - Question ouverte

Mensen hebben verschillende redenen (motieven) om te verhuizen. Welke twee soorten motieven zijn er? Geef per motief 2 voorbeelden.

Slide 19 - Question ouverte

Paragraaf 2.2 doorgenomen?
En heb je nog tijd over?
Ga dan aan de slag met.....:


-> online opdr. (§ 2.2)

 

Slide 20 - Diapositive

 Je bent nu klaar met de les 'paragraaf 2.1'
 (zie vorige dia voor wat je nu kunt gaan doen!)

Slide 21 - Diapositive