V1 - Herhaling + start 4.4
1 / 21
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
aardkern
aardkorst
aardmantel
Slide 2 - Question de remorquage
Convergentie
Divergentie
Subductie
Transform
Convergentie
Slide 3 - Question de remorquage
Welke zin klopt?
A
Het epicentrum van een aardbeving kan wel 10km diep liggen.
B
Bij een aardbeving van 4 op schaal van Richter kunnen gebouwen instorten.
C
Hoe dieper een aardbeving plaatsvindt hoe lager de kracht op schaal van Richter.
D
Het epicentrum van een aardbeving hoeft niet op breuklijn te liggen.
Slide 4 - Quiz
Leg in drie stappen uit hoe een tsunami ontstaat.
Slide 5 - Question ouverte
Wat maakte de Sendaibeving in 2011 (en de tsunami die dat veroorzaakte) gevaarlijker dan andere aardbevingen en tsunami's?
Slide 6 - Question ouverte
Wat voor vulkaan zie je hier?
A
Stratovulkaan
B
Caldeira
C
Schildvulkaan
D
Platte vulkaan
Slide 7 - Quiz
Wat voor vulkaan zie je hier?
A
Stratovulkaan
B
Caldeira
C
Schildvulkaan
D
Dode vulkaan
Slide 8 - Quiz
schildvulkaan
stratovulkaan
schildvulkaan
stratovulkaan
schildvulkaan
stratovulkaan
stratovulkaan
stratovulkaan
Welk vulkaanvorm past bij welke beweging?
Slide 9 - Question de remorquage
Bekijk de kaart van Japan.
De driehoekjes zijn vulkanen.
Wat zegt deze kaart over de grenzen tussen
de aardplaten bij Japan?
De driehoekjes zijn vulkanen.
Wat zegt deze kaart over de grenzen tussen
de aardplaten bij Japan?
A
De plaatgrenzen liggen precies bij de vulkanen.
B
De plaatgrenzen volgen ongeveer de vorm van de vulkanenrij, maar niet precies op die plek.
C
In het midden van Japan (tussen Mount Aso en Mount Ontake) loopt geen plaatgrens.
D
Het heeft niets met plaatgrenzen te maken.
Slide 10 - Quiz
Beschrijf wat een pyroclastische stroom is.
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Hoe heet het grootste eiland van Japan?
A
Kyushu
B
Shikoku
C
Honshu
D
Hokkaido
Slide 14 - Quiz
Shikoku
Hokkaido
Sapporo
Sendai
Tokyo
Japanse Zee
Grote Oceaan
