Les 11: toetsing lesstof

Toets
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Toets

Slide 1 - Diapositive

Waar staat de A voor in de SBAR?
A
Actie
B
Achtergrond
C
Airway
D
Assessment

Slide 2 - Quiz

Wat is je eerste prioriteit?
A
Eigen veiligheid
B
Veiligheid slachtoffer

Slide 3 - Quiz

Wat is waar over brandwonden zorg?
A
Brandwonden spoel je met koud water
B
Brandwonden spoel je 10 minuten
C
Brandwonden spoel je met lauw water
D
Brandwonden spoel je met steriel water

Slide 4 - Quiz

Wat laten we achterwege bij het reanimeren?
A
Chinlift uitvoeren
B
Bewustzijn controleren
C
Ademhaling tellen
D
Hartslag voelen

Slide 5 - Quiz

Hoeveel borstcompressies geven we per cyclus bij het reanimeren?
A
20
B
25
C
15
D
30

Slide 6 - Quiz

Uit hoeveel fases bestaat een epileptische insult
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 7 - Quiz

Waaruit bestaat de branddriehoek?
A
Brandstof, zuurstof en ontsteking
B
Brandstof, zuurstof en hitte
C
Brandstof , vlammen en hitte
D
Zuurstof, hitte en vlammen

Slide 8 - Quiz

Een hulpverlener dient een niet-reanimeren verklaring altijd te respecteren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Hartstilstand bij kinderen wordt meestal door _ veroorzaakt.
A
een probleem met het hart
B
een probleem met de stofwisseling
C
een probleem met de ademhaling
D
een probleem met de hersenen

Slide 10 - Quiz

Als je twijfelt mag je alvast AED plakkers gebruiken bij een wakkere slachtoffer.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Het overleven van een hartstilstand is de laatste jaren sterk verbeterd door:
A
Betere uitrusting ambulance
B
Meer ziekenhuizen met dotter faciliteiten
C
Betere training leken
D
Meer AED's beschikbaar

Slide 12 - Quiz

Hoeveel stoten tussen de schouderbladen geef je bij een (dreigende-) verstikking?
A
3
B
5
C
10
D
1

Slide 13 - Quiz

Bij een TIA moet een patient met spoed naar het ziekenhuis worden geracht.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Bewusteloosheid door hypoglykemie kan het snelste worden opgelost door:
A
glucagon
B
insuline
C
glucose
D
koolhydraten

Slide 15 - Quiz

AED staat voor:
A
Automatische Elektrische Defibrillator
B
Automatische Externe Defibrillator
C
Automatische Elektronen Defibrillator
D
Automatische Exposure Defibrillator

Slide 16 - Quiz

Wat is een oorzaak van cardiogene shock?
A
Anaphylaxie (allergische reactie)
B
Hypovolemie
C
Myocard Infarct
D
Longembolie

Slide 17 - Quiz

Een hartstilstand veroorzaakt door hypovolemie kan het beste worden behandeld met een AED.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Wat is de werking van cardiogene shock?
A
De pompkracht van het hart is verminderd
B
Verlies van volume door bloeding
C
Het bloed zit niet meer in de vitale organen
D
Bloed kan het hart niet meer in door stuwing

Slide 19 - Quiz

De eerste hulp behandeling van grote brandwonden bestaat uit:
A
Koelen en verbinden met droge gaas
B
Koelen en verbinden met keukenfolie
C
Zalf aanbrengen
D
Koelen en verbinden met Burnshield

Slide 20 - Quiz