Les 3: energiesystemen

• Voeding
• MBO
• Studiejaar 1

Lichamelijke gezondheid

Geestelijke gezondheid

Sociale en maatschappelijke gezondheid 

Positief effect:

Verminderd de kans op ziektes

Positief effect:

Ontspanning en gezelligheid

Positief effect: opdoen contacten

Positief effect: verbetering conditie

Negatief effect: blessure 

Negatief effect:
stress

negatief effect:
Egocentrisme

In staat om zelfstandig je problemen op te lossen

C

L

U

K

S

Coördinatie

Lenigheid

Uithoudingsvermogen

Kracht

Snelheid

‘De samenwerking tussen het Centrale zenuwstelsel (CZS) en de spieren , bij een willekeurige beweging’.

Het vermogen en de eigenschap om een beweging met grote bewegingsuitslag uit te voeren.

Weerstand die je tegen optredende vermoeidheid hebt.

De vaardigheid van het neuromusculaire systeem om uitwendige weerstanden te overwinnen.

 vermogen om motorische acties of een afzonderlijke motorische actie in een minimale tijd te volbrengen’.

Wat betekend volgens jou
capaciteit & vermogen?

Wie is er eerder over de finishlijn en waarom ?

Wat is voorbeeld van snelle suikers:

1. Banaan
2. Bonen
3. Noten
4. Brood

Wat zijn 'goede' vetten:

1. Verzadigde vetten
2. Onverzadigde vetten

Welk systeem gebruiken de sporters op de achtergrond veel?

1. Anaeroob a - lactisch systeem
2. Anaeroob lactisch systeem
3. Aeroob systeem
4. Aeroob lactisch systeem

Welk systeem gebruiken de sporters op de achtergrond veel?

1. Anaeroob a - lactisch systeem
2. Anaeroob lactisch systeem
3. Aeroob systeem
4. Aeroob lactisch systeem

Welk systeem gebruikt de sporter op de achtergrond het meest?

1. Anaeroob a - lactisch systeem
2. Anaeroob lactisch systeem
3. Aeroob systeem
4. Aeroob lactisch systeem

Welk systeem gebruikt de sporter op de achtergrond het meest?

1. Anaeroob a - lactisch systeem
2. Anaeroob lactisch systeem
3. Aeroob systeem
4. Aeroob lactisch systeem

Wanneer ga je verzuren?

1. Zodra je melkzuur aanmaakt
2. Zodra je meer melkzuur aanmaakt dan je kunt afvoeren
3. Zodra je te weinig zuurstof opneemt
4. Op het moment dat je de maximale hartslag bereikt

Wat is géén kenmerk van een duurtraining?

1. intensiteit blijft meestal gelijk
2. grote omvang
3. relatief lage prikkelintensiteit
4. arbeids-rustverhouding 1:3

Een intensieve intervaltraining heeft ...... intensiteit dan een extensieve intervaltraining

1. een hogere
2. een lagere
3. dezelfde

Wat is anaerobe verbranding?

1. Verbranding met O2
2. Verbranding zonder O2
3. Verbranding met CO2
4. Verbranding met D2

Bij het anaerobe lactisch systeem zit er 1 groot nadeel, wat is dat nadeel?

1. Het verbruik van suikers
2. Het verbruik van O2
3. De vorming van melkzuur
4. De vorming van B2

Welke tank is het snelst op?

1. Zuurstoftank
2. Melkzuurtank
3. ATP-tank
4. CP-tank

Welk systeem heeft een ZEER GROOT VERMOGEN?

1. Anaeroob a-lactisch systeem
2. Anaeroob lactisch systeem
3. Aeroob systeem
4. Aeroob lactisch systeem

Welk systeem heeft een ZEER GROTE CAPACITEIT?

1. Anaeroob a lactisch systeem
2. Anaeroob lactisch systeem
3. Aeroob systeem
4. Aeroob lactisch systeem

Anaeroob 

A-lactisch

Anaeroob 

lactisch

Aeroob 

Welk energiesysteem is direct beschikbaar middels ATP en CP

1. Anaeroob lactische systeem
2. Aerobe systeem
3. Anaeroob a lactische systeem

Wat is waar over het Anaeroob lactische systeem

1. Het is direct beschikbaar
2. Het systeem is herstelt na +/- 2 min
3. Het heeft een lage capaciteit
4. De capaciteit is beperkt, vermogen is hoog

https:

Welk systeem heeft de persoon uit het filmpje helemaal opgebruikt?

Duur	Systeem	Proces	Substraat	Soort Belasting
0-4 seconden	CP systeem		ATP
4-20 seconden		Anaeroob a-lactisch
20-120 seconden			Koolhydraten
120 sec. tot uren	Zuurstofsysteem			Marathon

Vul het schema

speerwerper

CP

CP-systeem

Anaeroob lactisch

Aeroob

Anaeroob a-lactisch

Koolhydraten en vetten

100 meter sprinter

Melkzuursysteem

1500 meter schaatser

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd ....

Stel 1 vraag over iets wat je deze les nog niet goed hebt begrepen...